Plekkie zoeken, steppe en desolaat

23 oktober 2010 - Puerto San Julian, Argentinië

Na acht dagen verlaten we de baai en de walvissen om misschien nog eens op een andere plek in de wereld weer op zoek te gaan naar deze imposante dieren. We rijden naar Punta Ninfas, een afgelegen punt helemaal aan het eind van Golfo Nuevo.Het schijnt dat je daar de olifantsrobben van dichtbij kunt zien. Hier staan ook Veronique en nog vier andere campers. Allemaal Fransen, waarvan twee gezinnen met respectievelijk twee en drie kinderen. Leuk om kennis te maken en ervaringen uit te wisselen. We staan boven op een klif en kijken de diepte in, de robben liggen daar beneden en het is behoorlijk steil. We dalen af en lopen tussen de dieren, allemaal hebben ze een jong en doen net of ze slapen. Maar je voelt dat ze ons in de gaten houden en wanneer we te dicht bij komen gaat de kop omhoog en de bek open en komt er een diep grommend geluid uit. Het signaal is duidelijk, afstand houden dus. We nemen een andere weg terug omhoog, dat lijkt korter maar het wordt een steile klim hangend aan een electriciteitskabel. Wanneer we boven zijn zien we dat de kabel is vastgemaakt aan een enkel struikje! Dan zijn we toch blij dat we heelhuids boven zijn gekomen. We nemen afscheid van alle Fransen, we gaan elkaar vast vaker tegen komen zo richting het Zuiden. Veronique gaat nog even terug naar de walvissen. Via  de ripioweg nr 1 rijden we van Rawson naar het kleine dorpje Camarones. Vlak voor Rawson zien we de over de vlakten uitgewaaide afvalhopen. Vreemd dat ze daar niet iets op verzinnen want het ziet er niet uit. De weg is redelijk begaanbaar, steppeachtig landschap en op de dieren na, zijn we alleen op de wereld. Het is hier zo stil dat de schapen, guanaco’s en nandoes  zich een hoedje schrikken van het geluid van onze vrachtwagen en massaal op de vlucht slaan. Ze rennen voor hun leven. De laatste 75 km zijn er weer veel hekken te openen en te sluiten en met de harde Patagonische wind niet altijd makkelijk. We eten een broodje in de vrachtwagen maar worden bijna zeeziek van het heen en weer schudden door de wind.Camerones is ooit een druk havenplaatsje geweest maar met de komst van een haven in het veel grotere Comodoro Rivadavia (ja, hoe verzinnen ze het) kan dit dorp zo in het Guiness book of record als het meest slaperige dorpje van Patagonië. En dat maakt het volgende voorval zo grappig. We wandelen door het dorp, geen levende ziel te bekennen alleen twee auto’s in de lange straat. Dan toch een man, hij stapt in de voorste auto, heeft zijn handrem er niet op en knalt vervolgens met een vaart op de auto achter hem. Hoe krijg je het voor elkaar. Waar is de politie? Die komen we toevallig ook tegen, een paar straten verderop tegen. Hij weet natuurlijk niets van het ongelukje van zojuist en staat daat met de handen op de rug (waarschijnlijk de hele dag, de arme ziel) de lege straat in te staren. We maken een praatje;  waar komen we vandaan, Holanda vertellen we, ah... Holanda en zien hem denken..waar zou dat zijn. Hoe vinden we zijn dorp? tsja....rustig, zeggen wij. Hij vervolgt.. zeker heel anders dan Holanda.  Ja, beamen wij, heel anders dan Holanda.. en zwaaien hem goeiendag. Onderweg naar het natuurreservaat Cabo dos Bahias, ten zuiden van Camarones komen we een wel heel vreemd dier tegen. Het heeft iets weg van een grote haas, heeft een wit kontje en is zo hoog als een kleine antilopesoort. Wanneer het beest vlucht springt ie verend, net zoals impala’s dat doen, met alle vier poten tegelijk de lucht in. Nog nooit gezien dit beest en we vragen ons af wat het is. In het natuurreservaat leren we dat het beest een Mara is, een knaagdiersoort die alleen voorkomt in Patagonië en nergens anders in de wereld. In dit natuurreservaat bezoeken we een kolonie Magellaanse pinguins.  Links en rechts zitten er gaten in de grond, vaak onder de lage begroeiing van bosjes maar soms ook open en bloot en in al die gaten liggen pinguïns hun eieren uit te broeden. Terwijl de één broedt kan de ander z'n benen strekken, veren strijken of een duik nemen. Het is grappig om er zo tussendoor te kunnen wandelen. We staan nog twee nachten aan de boulevard van het dorp Rada Tilly, een vakantiedorp ten Zuiden van de stad Comodoro Rvadavia. Eindelijk weer eens, na alle kiezelstranden, een kilometers lang zandstrand waar we heerlijk wandelen.Een jonge Argentijn komt  even vragen of we zijn surfpak kunnen dichtritsen. Natuurlijk en gelijk maken we weer een praatje en geeft hij ons nuttige tips voor wat te doen in de omgeving. We maken een kleine omweg om een ‘petrified forest’ te gaan zien en na iedere rijdag is het zo rond etenstijd weer tijd om een “plekkie” te zoeken om te overnachten. Volgens Peter heb ik nogal wat noten op mijn zang. Ik wil namelijk altijd een plekkie met mooi uitzicht voor tijdens het koken ( wat ik meestal doe na een rijdag). Soms vraag ik hem nog even tien minuten door rijden of de auto een beetje te draaien of te keren en af en toe wordt hij daar een beetje kriegelig van. Maar het loont vaak de moeite hoor, echt waar. Sta ik gisteravond onder het hakken en snijden naar buiten te kijken, nadat het plekkie zoeken even heeft geduurd voordat ik tevreden was, zie ik plotseling in de verte weer de Mara. Ze zijn druk bezig voor het nageslacht te zorgen. Peter rent met de camara richting de beesten en kan een paar mooie foto’s maken en dat terwijl de Mara heel moeilijk te spotten zijn. Sinds we in Patagonië zijn  zeggen we  regelmatig tegen elkaar, we hebben weer een mooi plekkie gevonden ..... ‘in het niks’ en toch genieten we  van ....die stilte, de leegte, het desolate en ....... de prachtige zonsondergang.   

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Paul de Beer:
    24 oktober 2010
    De laatste twee blogs achter elkaar gelezen.
    Was weer een feest. Prachtige foto's ook!