Ontmoetingen

30 november 2010 - El Chalten, Argentinië

De volgende dag waait het niet alleen maar het regent  uren achtereen en flink ook. We kunnen niet anders dan binnen in ons “huisje” de nodige klussen te doen. Foto’s uitzoeken, schrijven en de dagelijkse  laag stof wegwerken. In de middag kijken we een film (over een expeditie naar de top van mount Fitz Roy) in het bezoekerscentrum en praten met de rangers van het park. Ze vertellen over de vele zwerfhonden in het dorp die vaak door toeristen (omdat deze ze zo zielig vinden) worden meegenomen op de trekkings het park in. De honden jagen vervolgens op het wild, met name op de zeldzame en met uitsterven bedreigde hertensoort de Humuele. De volgende morgen schijnt de zon weer en zien we de de bergketen in zijn volle glorie, we wandelen een dag  en gaan op de motor op weg naar Lago  Desierto,  zo’n 37 km onverharde weg langs de rivier en aan de grens met Chili. Onderweg ontmoeten we een eenzame fietser en we herkennen hem van onderweg, het is Mario uit het voormalige Oostduitsland. We zijn hem op de weg naar Fitz Roy al een paar keer tegengekomen, eindeloze kilometers fietsend en lopend (zwoegend), tegen de Patagonische wind in. Maar waar ga jij nu naar toe vragen we hem verbaasd. (Lago Desierto is zo ongeveer aan het einde van alles). Hij gaat fietsend naar het meer om daarna met bagage en fiets op de rug via een wandelpad de bergen over te steken naar de grens met Chili om tenslotte uit te komen aan het meest zuidelijke deel van de Carretera Austral (uitleg over deze weg volgt). Respect! We wisselen gegevens uit zodat we hem de foto’s kunnen mailen (van Mario met de lama’s die plotseling de weg op komen lopen). Weer terug bij de auto staat er een Toyota Landcruiser naast ons geparkeerd, die van Wolf en Anja. Twee overlanders, ook weer uit Duitsland. Wat volgt zijn een paar gezellige uren praten en ook tijdens een wandeling de volgende dag komen we elkaar tegen en houden we maar een hele lange lunch (praat)pauze. Na twee dagen nemen we afscheid van deze aardige mensen, wij gaan naar het noorden en zij naar het zuiden. De volgende 500km rijden we over de befaamde ruta 40 door leeg, steppe-achtig Patagonisch landschap. We zien alleen de wegwerkers want helaas is men bezig deze hele route te asfalteren en rijden we dan weer op en dan weer naast het asfalt. Bij een benzinestation “in the middle of nowhere” waar wij onze watertank staan te vullen, komt er een auto met Chileens kenteken naast ons staan. Het blijkt een huurauto te zijn met daarin twee Nederlanders, Jan en Fijnalda. Het is gezellig om weer eventjes met andere nederlanders te praten. Zij komen vanuit Alaska en maken gebuik van bus, vliegtuig en huurauto om naar het zuiden van Argentinie te reizen, erna gaat de reis nog naar Tahiti, Australie en Vietnam. Ook niet verkeerd vinden wij. Weer onderweg komen we  veel fietsers tegen die met verbeten gezichten deze eindeloze en saaie kilometers  afleggen. We rijden via Perito Moreno en Los Antiguos en gaan bij Chile Chico voor de vijfde keer de grens over naar Chili. De nogal kleine douanebeambte die onze auto van binnen inspecteert kan niet bij de deurtjes van de bovenkastjes en Peter vraagt bij ieder kastje of hij hem even zal optillen. Zijn collega’s buiten hebben er veel schik om en het is misschien om te laten zien dat hij toch wel belangrijke functie heeft  dat we van hem, in tegenstelling tot zijn collega’s van andere grensposten,  de eieren en gekookte worst moeten inleveren. Wij vinden het best, het is heerlijk om weer in Chili te zijn, van kaal met struiken naar heel veel groene weiden, bomen en bloemen en rijden 130 km langs het op een na grootste meer van Zuid-Amerika; Lago general Carrera. We zijn op weg naar de ruta 7, de Carretera Austral, 1250 km overwegend onverharde weg die de meest geisoleerde dorpen in het diepe zuiden van Chili met elkaar verbindt. Aangelegd in opdracht van Pinochet zodat het zuiden over eigen land te bereiken zou zijn in geval van oorlog met Argentinië. Maar ook deze weg ernaar toe langs het meer is een onverharde weg en varieert van redelijk tot zeer slecht. Wij rijden met een gangetje van 30 km per uur over de soms smalle en bochtige weg en vinden mooie kampeerplekken aan het meer. Daar is het waar Peter de onderkant van de auto nog maar eens inspecteert en ziet dat er een centreerbout van een pakket  bladveren is gebroken. Het is een simpele bout maar wel met een belangrijke functie, namelijk om de achteras op de goede plek te laten staan. Nu rijden we afrikaanse stijl een beetje zoals een krab over de weg. De bout hebben we niet bij ons en is ook niet zomaar overal te koop. Rijden kunnen we nog wel maar het zal echt moeten worden gerepareerd. Dus wat nu? De eerstvolgende 1000km komen we niet in grote plaatsen of steden met mooie grote garages. We gaan het eens vragen in een piepklein dorp aan het meer;Puerto Guadal. We vinden een soort van garage, de monteur kan ons niet helpen maar verwijst ons  naar een dorp op de Carretera Austral 70 km richting het zuiden; Cochcrane.  Hij weet het zeker daar kunnen ze het repareren en we gaan op weg....

 

Foto’s