Ali B

14 februari 2016 - Dubai, Verenigde Arabische Emiraten

We staan al ruim een week aan het strand en elke dag komen er mensen langs. Ze vragen wat we vinden van Oman, hoe het met ons gaat en of ze iets kunnen doen voor ons. Een jongen komt een fotolijstje brengen met daarin de een (nep) zilveren dolkje…een cadeautje als herinnering aan Oman. We zwaaien elke dag wel een keer naar de politiemannen te paard. Ze patrouilleren als koppel en altijd zijn het óf twee witte óf twee bruine prachtige Arabische paarden. We kijken naar de man die elke dag de auto fout parkeert. Iedere dag krijgt hij van de politie te paard een waarschuwing…heel netjes en beleefd. Bekeuringen uitschrijven doen ze niet of nauwelijks en dat weet iedereen. Veel te hard rijden, verkeerd in of uitvoegen, onder invloed rijden; het blijft bij een waarschuwing maar voor het rijden door rood licht ga je de gevangenis in....voor twee dagen.

Alweer staat er een man al een tijdje naar de vrachtwagen te kijken. Het is Ho Chun Lang uit Zuid-Korea en hij werkt als professor aan de universiteit van Buraimi. We maken een praatje, Ho Chun loopt over van enthousiasme voor de manier waarop wij reizen….kom...ik neem jullie mee naar het enige Zuid-Koreaanse restaurant van Muscat…..dan praten we daar verder…oh oké dan. En…roept hij naar twee jonge Omani die toevallig in de buurt  van de auto staan..…kom, jullie mogen ook mee. We rijden naar het restaurant in de binnenstad en niet veel later zitten we aan de zeewiersoep, noedels, vlees en sausjes. Ali en Husein zijn 26 en 29 jaar, werken voor een oliemaatschappij en eten nu voor het eerst sliertjes met stokjes. De twee broers zijn getrouwd met twee zussen en ze hebben allebei een dochter. We vragen Ali hoe oud zijn dochter is….uhhh.…she is one point five….we beginnen te lachen……hey you guys…don’t laugh…we engineers.…this is how we count….oké, de dochter is anderhalf. Ho Chung heeft een dochter van drie punt nul en daarom moet hij wachten met het maken van lange reizen. Dat is jammer vindt hij want hij is al vijftig.

De jongens vertellen over familiebanden en over Oman. Veertig jaar geleden was er in het hele land maar één ziekenhuis met 23 bedden, één dokter, nauwelijks sprake van enige infrastructuur en onderwijs. En nu, met hulp van de Sultan en de olie is het land in een rap tempo gemoderniseerd. Ze vertellen over de gratis grond (600 vierkante meter bouwgrond voor iedere Omani als cadeau van de Sultan) de banen bij de overheid zijn exclusief voor Omani, het gratis onderwijs (ook op universitair niveau), de gratis gezondheidszorg, gratis medicijnen en de kinderen worden vanuit alle uithoeken gratis van en naar school vervoerd. Maar is er ook reden voor enig pessimisme; vanwege de lage olieprijs heeft de staat een begrotingstekort. Omdat een beetje op te lossen is de prijs van brandstof een week geleden voor het eerst in dertig jaar met dertig procent verhoogd. Er wordt naarstig gezocht naar nieuwe bronnen van inkomsten.

We nemen afscheid van de Zuid-Koreaan en een dag later rijden we door het binnenland en via de dorpen Nakl , Rustac en Yangul weer richting de Emiraten. Op de motor maken we een nog dagtocht, rijden langs kleine dorpen en oases en door een brede droge Wadi (rivierbedding). We wandelen langs de vruchtbare terrassen en dadelplantages en zien de picknickende families…. En nee, er is geen ontkomen aan…we zitten weer op een kleedje aan de Arabische koffie met cake en dadels. We kamperen die avond in niemandsland (denken we), we zien alleen een paar geiten. Het is al donker als we de auto horen. Een jonge man stapt uit en vraagt wie we zijn en wat doen, want zo zegt hij, dit land is van mij en mijn familie…oom, broers en zussen, ze wonen hier allemaal, even verderop in de bergen. Allemaal hebben ze de vrachtwagen horen rijden…de familie is ongerust en daarom is hij even langsgekomen maar nu hij ons heeft gezien en gesproken mogen we natuurlijk blijven. De volgende morgen staat hij er weer…..de 24 jarige Ali (Ja, alweer een Ali, laten we deze B noemen)…. met de pick-up en protesteren helpt niet. Hij neemt ons mee en even later zitten we op het kleedje voor het huis en aan de koffie, dadels en pannenkoeken. Ali werkt voor de overheid, hij is politieagent maar in het weekend is hij thuis, in de bergen, bij de familie en vrouw en kind. Na de koffie rijden we langs de huizen van de ooms, we zien de dadeltuin en de geiten, duiven, kippen en konijnen, de hobby van Ali. Hij brengt ons terug naar de auto en geeft vier kilo(!) dadels mee……. voor onderweg…dan denken jullie aan ons en Oman.

Het visum is bijna verstreken en we rijden voor een paar dagen terug naar de Omaanse kust. De Arabische zee is visrijk. Elke dag zien we de vissers grote netten vol vis naar de wal slepen. Honderden kilo’s sardientjes, ansjovis, tonijn, haai en andere grote vissen worden in de pick-ups afgevoerd. De Indische en Pakistaanse gastarbeiders zijn er als de kippen bij om de visjes die net buiten de netten liggen te spartelen in te pikken…ze verdwijnen  met tassen vol vis….gratis en voor niks. Wat vinden jullie daar nu van vragen wij aan de vissers…ach, wij kunnen er niets tegen doen, ze halen de schouders op. En zo is het in Oman....een prachtig ruig land met een gastvrije en relaxte bevolking die altijd de rust zelve lijken te zijn.

We zijn terug in de Emiraten en direct zien we het verschil; de drukte op de weg, de torenflats, de talrijke grote overdekte winkelcentra. Maar in het Emiraat Fujaira, in de omgeving van Dibba, vinden we weer een mooi rustig plekje aan het strand en tegenover een klein eiland mét koraalrif. We snorkelen langs het eiland naar het rif en het is prachtig, zoveel tropische vissen. Ik zwem net tussen een enorme school naaldvissen en zie plotseling een ruim twee meter lange haai onder me. Ik schrik me rot en doe natuurlijk precies wat net niet moet…..ik spartel met mijn voeten en maak, om Peter te waarschuwen, hele rare geluiden via het luchtpijpje van de snorkel. De haai houdt het gelukkig bij vis en zwemt rustig verder maar ik hou het snorkelen verder voor gezien. 

We rijden naar het Emiraat Sjarjah, kopen er de tickets voor de overtocht naar Iran en gaan voor de laatste week terug naar Dubai en er lijkt niets veranderd…nog steeds net Disneyland. Het strand is breed, mooi en schoon. Zeven dagen per week houden zij, de gastarbeiders uit India met als beroep vuilnisman, stranden, straten parken en tuinen schoon. Ze komen ons lachend de hand schudden….welcome back. Wat ons betreft zijn het de helden van de Emiraten.

We zien ook veel van de overlanders terug die er een maand geleden ook waren. Zo staan er de Roemeen met zijn Franse vrouw, ze rijden met de twee kinderen al een paar jaar rond in een grote zwarte camper. Op beide kanten van de auto staat met grote letters…..”Iran is great”….nou stond…..we kijken nog eens goed en zien nu alleen “      is great”. De relatie tussen de Emiraten en Iran is de laatste tijd niet zo goed en de politie is geweest om de auto in beslag te nemen en de inzittenden te arresteren. Pas na het verwijderen van het woord  “Iran” mocht het hele spul weer terug naar het strand…

Foto’s

3 Reacties

  1. Henk en marianne:
    15 februari 2016
    Het lijkt wel vakantie.
  2. Kennet:
    15 februari 2016
    Wow wat bijzonder weer allemaal! Leuk om te lezen hoe vrij Omani mensen denken :-) ik zou denk ik getraumatiseerd zijn van het snorkelen als ik een vrije haai in mijn bijzijn zou hebben! Maar wel weer een mooi ervaring ;-)
  3. Zenith:
    22 februari 2016
    Hi sir , I have seen your vehicle in Jumera beach, I like the way you are enjoying your life, am getting jealous on you really, May god bless you all the time, I don't know what I want to text , really you couples are enjoying al lot , and am in indian try to pass throw india you can enjoy alot there there are lots of peaceful please also, try to contact me if you came there in India, really am a big fan of brother