Van Afrika naar Azië

29 december 2015 - Dubai, Verenigde Arabische Emiraten

We rijden in twee dagen naar Khartoem en het is even wennen aan de ruimte, de vlakten, de woestijn en de witte jurken. En helemaal niets of niemand die op de weg in de weg loopt. Geen geroep en gebedel meer maar vriendelijke Soedanezen die ons welkom heten in hun land. Kinderen die in de ogen van de aanwezige mannen té nieuwsgierig zijn worden weggestuurd. Vrij kamperen is een makkie.…even een afslag naar links of naar rechts en we staan én nog rustig ook. Khartoem is groot, druk en vol. We parkeren in het centrum en gaan op zoek naar Midhat, een Soedanees waarvan we van andere reizigers de naam hebben doorgekregen. Voor een klein bedrag kan hij de ‘vreemdelingenregistratie en reis- en fotovergunning’ snel in orde maken. We vinden de man in een kamer (hij noemt het kantoor) bij hem thuis en maken gelijk kennis met de vrouw, de kinderen en oma. Het blijft volstrekt onduidelijk waarvoor de registratie nodig is maar het lijkt voor Soedan weer een mooie bron van inkomsten…naast de visumkosten van 95 euro pp een extra 50 euro pp voor een extra stempeltje. Joao, de Portugees, zit er ook. Hij wil op de motor door Egypte maar het is onduidelijk of het momenteel mogelijk is. Volgens laatste berichten is de Sinaï na de bomaanslag op het Russische vliegtuig afgesloten voor toeristen. Joao wil het toch gaan proberen maar wij willen het risico niet nemen en gaan voor het visum van Saoedi. Een paar dagen later ontvangen we een bericht van hem..hij is ‘stuck’ in Egypt…de Sinaï is, vanwege de dreiging volledig afgesloten door het leger.

Als buitenlander kun je nergens in Soedan geld pinnen. We kunnen geld wisselen tegen een slechte koers bij de bank of via de zwarte markt. Het wordt het laatste. We vinden een kampeerplek in de straat naast een hotel; de ‘German Guesthouse’ , en om elf uur die avond krijgen we via Midhat de paspoorten met stempels en vergunningen weer terug. We gaan al vroeg naar de Saoedische ambassade. De straat staat er vol Soedanezen die ook een visum nodig hebben en vol met politie en militairen, de ambassade is nog dicht. We horen van Whaleed dat de ambassade in de loop van de ochtend maar een uur per dag open gaat en er is geen systeem dat regelt wie er wanneer naar binnen mag. Whaleed is een ‘fixer’, weer zo’n  mannetje die tegen betaling de papieren rompslomp regelt. In dit geval kan je er ook niet omheen. De Saoedische ambassade heeft het papierwerk en zelfs de betaling volledig uitbesteed aan een aantal van die ‘agents’. Normaal gesproken kan de fixer het transitvisum regelen maar omdat wij niet naar Jordanië willen maar naar de Emiraten hebben we toestemming nodig van de consul. De consul zit voor een behandeling in het ziekenhuis in dezelfde straat en we wachten de hele morgen maar tot de consul bij de ambassade wordt afgezet en we hem heel even mogen spreken. We vertellen snel ons verhaal en hij belt met de fixer en geeft hem toestemming om het voor ons in orde te maken.

We rijden op de motor door de stad op brug over de Nijl vanwaar we zien dat de witte en de blauwe nijl, die hier samenstromen, allebei even bruin zijn. We wandelen rond in de Soek en het Nationaal museum. Er zijn veel scholieren bij het museum, de jongens gescheiden van de meisjes en allemaal willen ze op de foto….de meisjes met mij en de jongens stoer met Peter bij de motor.  We zijn verrast door de vriendelijkheid van de Soedanezen. De man van het restaurant waar we eten en gelijk de weg naar de Soek vragen, stapt direct op de motor en rijdt ons voor en een paar keer kunnen we na het eten in een restaurant niet afrekenen omdat dat al door een Soedanees is gedaan.

Twee dagen later hebben we het visum voor Saoedi Arabië mét in het Arabisch geschreven; ‘transit naar de Emiraten’. De laatste avond in Khartoem worden we uitgenodigd voor een ‘Oostenrijks buffet’ in het hotel van Norbert. Het eten is heerlijk en de verboden alcohol vloeit rijkelijk. Er zijn veel expats en we praten met een paar Zweedse dames die voor het Rode Kruis werken. Ze hebben zelf wel wat vraagtekens over de noodzaak en effectiviteit van alle ‘hulpverlening’. Er is ook een enigszins zelfingenomen Deense dame die voor de EU haar net afgeronde wetenschappelijk onderzoek dat ingaat op de vraag waarom veel Soedanese kinderen niet naar school gaan moet presenteren. Ze vertelt verder uitvoerig over haar drukke maar interessante werkzaamheden. Laat op avond wanneer we nog alleen zijn met Norbert horen we verhalen over de hulpverlening waar het gedoneerde geld naar toe gaat, bijvoorbeeld in het grensgebied met Zuid-Soedan……echt in de middle of nowhere worden er voor huizen en hotels voor hulpverleners exorbitante prijzen betaalt….5000 euro huur per maand is niet ongewoon.

We kamperen nog een paar nachten in de woestijn en zien de nomadefamilies. De vrouwen en meisjes in kleurrijke gewaden en met grote koperkleurige ringen door de neus. Ze zijn verlegen en lopen met een grote boog langs de vrachtwagen. We komen op zaterdag aan in Suakin, een klein, arm vissersdorp waar het leven zich vooral op de markt afspeelt. Het is ook het vertrekpunt van de ferry. Omdat in de Islamitische landen het weekend op vrijdag en zaterdag valt zijn de reisbureautjes gesloten en kunnen we nog geen ticket kopen. We hebben nu wat tijd en laten de lekke band plakken en slenteren wat over de markt. Vooral de mannen willen graag op de foto en de bakker laat ons trots zien hoe het lokale brood wordt gebakken. In heel Soedan is de prijs voor brood hetzelfde…drie broodjes voor één Soedanese dollar (8 eurocent).

Normaal gesproken vaart er zes keer per week een boot maar één van de veerboten ligt in Port Sudan met een kapotte motor. Nu wordt er maar drie keer per week gevaren. Het is bij het bureautje een vage bedoening maar het lukt om het een ticket te kopen voor de volgende dag, de maandag. Het bedrag voor de auto moeten we bij aankomst betalen in Saoedische Reaal. Het is erg druk want veel Soedanezen zoeken werk in Saoedi-Arabië en het is ook hier in Soedan waar we het meest worden aangesproken met de vraag hoe ze in Europa kunnen komen. Veel jonge mannen hebben gehoord van Europa en willen naar Nederland, Duitsland of Denemarken…dat zijn de beste landen, zo horen we. We zijn rond het middaguur al in de haven maar het is een enorm gedoe bij het kantoor van de immigratie en douane, bergen papier en veel stempelwerk en drie keer terug voor weer een kopie. Peter baalt een beetje want hij mag de auto niet zelf de boot inrijden. Hij geeft de sleutels af en dan maar hopen dat het goed gaat. En ik baal een beetje want onze hut blijkt een hut zonder toilet…ik kijk eens rond naar de passagiers…910 mannen en 4 vrouwen. Maar de manager begrijpt mijn probleem en we krijgen zomaar een eersteklas hut mét toilet en douche. We kijken vanaf het bovendek naar onze auto en zien hoe de auto de boot wordt binnengereden. De papieren worden gecontroleerd en dan alom verwarring…we hebben niet betaald…gelukkig kunnen we laten zien dat we bij aankomst gaan betalen en wat voor bedrag. Maar een man scheurt dan zomaar een vel uit het Carnet de passage dat we terugkrijgen na betaling.

De boot komt na een vertraging van ruim zes uur de volgende dag rond het middaguur aan in de haven van Jeddah. Vanwege de starende blikken van de ruim 900 mannen doe ik al op de boot mijn hoofddoek om én de lange broek én de blouse met lange mouwen aan. Voor het stempelen van het paspoort worden de vrouwen van de mannen gescheiden en ik schiet dus aardig op, samen met maar drie andere vrouwen. De in boerka gestoken dame van de immigratie vindt het helemaal leuk dat buitenlands paspoort en het gaat de hele afdeling rond. Ik zie haar sprankelende ogen, ze spreekt een paar woorden Engels…..ik heet Leila…ik heet Elisabeth, bij het horen van mijn naam giert ze het uit. Ik moet op de foto en Leila fatsoeneert al giebelend mijn hoofddoekje en zo duurt het zetten van een stempel een half uur en staat Peter al te wachten. Alle auto’s worden nu door een paar chauffeurs uit de boot gereden en naar een inspectie hal van de douane gebracht en het duurt maar en het duurt maar. Ondertussen gaan we pinnen en de betaling doen….natuurlijk proberen ze ook hier allerlei vage extra kosten toe te voegen maar we weigeren te betalen en na inmenging van een aardige Arabier blijft het bij wat ‘haven’kosten. Het wordt een heel gedoe, onze auto is te hoog voor de hal dus moet er toestemming komen voor een inspectie op een andere plek. Dan is het deel van het carnet zoek en dat moeten we echt terug hebben. Zeven uur na aankomst in de haven is alles opgelost. We hebben geen zin in rijden in het donker en kamperen maar op het haventerrein. We vertrekken vroeg in de ochtend voor een race tegen de klok.

We rijden drie dagen door Saoedi Arabië van vroeg in de morgen tot begin van de avond en kamperen bij de benzinestations langs de weg. Rond Mekka rijden we op de speciaal voor niet moslims gemaakte vijfbaans snelwegen. Alleen moslims mogen iets van Mekka en Medina zien. De diesel kost 6 eurocent per liter en de tankstations zijn groot, soms met wel zestig pompen. Het zijn drie vrij saaie dagen. Wat we zien zijn mannen in witte jurken en veel zand en kamelen en voor het eerst zien we ook de zwarte variant van de laatste. Die schijnen heel kostbaar te zijn. Vrouwen zien we helemaal niet. Er zijn veel politiecontroles maar we mogen overal doorrijden. In Riyad rijden we langs kilometer industriegebieden waar vooral grote luxe auto’s te koop worden aangeboden. En dan staan we toch nog ‘op tijd’ bij de grensovergang en rijden de Verenigde Arabische Emiraten. Wat een verschil met wat we achterlaten….het hoofddoekje mag af en de armen mogen weer gezien worden…yeah.  Mooie brede snelwegen, overdekte winkelcentra, hypergrote supermarkten, hotels, pinapparaten waar je naast geld ook goudstaafjes kunt ‘pinnen’, enorme moskeeën, torenflats, je kan het zo gek niet verzinnen of het staat er. Negentig procent van de inwoners van de Emiraten zijn gastarbeiders en komen van overal over de wereld om hier te werken. We gaan gelijk naar een klein Indiaas restaurant en het smaakt heerlijk.

Via de oases in de omgeving van Liwa rijden we naar Abu- Dhabi. Omdat we niet aan de boulevard kunnen staan kamperen we in een kleine villawijk naast de moskee. Aan het begin van de avond komen er drie traditioneel geklede jonge vrouwen langs. Ze brengen een ‘welkomstgeschenk’: een mand vol zoete lekkernijen en een thermoskan Arabische koffie en nee ze hoeven er niets van terug. De ochtend erop komt de moeder langs, samen met haar hulp die een beetje Engels spreekt. De vrouw draagt nog een goudkleurig Bedoeïenen gezichtsmasker en vertelt dat de jonge vrouwen van gister haar ‘babies’ zijn. En waar zijn die van ons? We laten haar de foto’s van onze kinderen zien. We nemen afscheid en de vrouw laat een grote schaal fruit en zelfgebakken pannenkoekjes achter. Even later komt een buurman kijken…of we langs komen voor de lunch. Wanneer we vertellen dat we op weg gaan naar Dubai stelt hij voor om de lunch dan nu door de hulp te laten brengen, voor onderweg. We slaan het beleefd af en beloven langs te komen wanneer we weer in Abu Dhabi zijn….jeetje….we beginnen iets te geloven van de beroemde Arabische gastvrijheid.

We zijn nu dus in Azië en hebben afscheid van ons zo geliefde Afrika genomen. Het is mooi geweest, we hebben genoten, van de natuur maar vooral van de manier waarop de meeste Afrikanen nog steeds in het leven staan. En we hebben respect voor de Afrikaanse vrouw, de hardwerkende spil van de familie. Over land dit continent bereizen is lastig en vermoeiend…de visums, ebola, terroristen, corruptie en wapens. Er is meer asfalt, er zijn mobieltjes en televisie. Het reizen heeft ons ook in vaak in verwarring gebracht want de meeste landen hebben zoveel potentie, zijn rijk aan grondstoffen en ondanks alle goede buitenlandse bedoelingen en geldstromen is er nog veel armoede en zijn er grote problemen. Het cultuurprobleem, de enorme corruptie, de van het geld bulkende politieke leiders en hun familieleden, de ontbossing, de (plastic) afvalberg en de verbanning van bevolkingsgroepen…we hebben het gezien, de bosjesmannen van Namibië en Zuid-Afrika, de Himba, de Masai in Tanzania en de Pygmeën van Kameroen. Maar toch…Afrika zit in ons hart.

En nu staan we direct aan het grote strand tussen de “Palm Jumeira’en het zeven sterren hotel ‘Burj Al Arab’. We genieten van het mooie weer en het heerlijke zwemwater. Het is helemaal leuk hier en we hebben het helemaal druk met de mensen die langskomen voor een praatje en met het uitgraven van auto’s die vast in het zand staan. Er staan nu al veel caravans en campers van ‘locals’ en buitenlanders. We horen van hen dat er met de jaarwisseling wel duizend mensen op het strand worden verwacht. Vandaag zijn er podiums opgebouwd voor de muziek en het vuurwerk moet hiervandaan rondom goed te zien zijn….en als klap op de vuurpijl….komt op 31 december onze dochter Anne naar Dubai. We hebben haar vijf maanden niet gezien maar nu gaan we tien dagen samen rondreizen.

Foto’s

3 Reacties

  1. Patrick en greet:
    29 december 2015
    Hey,
    Leuk te horen dat jullie Van Afrika naar Azie kunnen doorreizen.
    Wij zijn uiteindelijk na veel visa stress en enkele andere factoren van Ghana naar Namibie verscheept.
    Ik heb gisteren de truck netjes geparkeerd en volgend jaar in September doen we de Zuidelijke kant Van Afrika aan.
    Wensen jullie nog een spetterend einde jaar en een super 2016 toe.
    patrick en greetje
  2. Mies v d werf -v d Veer .:
    29 december 2015
    Dag PETER en ELS .
    Wat is het toch bijzonder dat je alles kan ervaren wat een goed verslag .
    En hoe beleven jullie alles ,wat komt er allemaal binnen ,
    Ghana beleeft Vilanculo ik kan er heel slecht mee omgaan met die grote verschillen ,en vind het knap van jullie .
    gezellig dat je dochter komt een gezellige en goede jaarwisseling
    Vrede en al het Goeds voor 2016 .
    groet .
    Mies .
  3. Ton Groot Koerkamp:
    29 december 2015
    Super dat de route Saoedi/Emiraten gelukt is! Petje af hoor, voor jullie oplossingdenken en het uitvoeren ervan. Veel plezier met de rondreis met dochter en daarna,straks in Turkije. (niet vergeten hè, Georgië is ook echt de moeite waard (en Armenië ook, een beetje "de kleine Himalaya")).