300 km piste; van Merzouga naar Tagonite

2 mei 2014 - Marrakesh, Marokko

Aan het eind van de dag steekt er in Merzouga een ware zandstorm op en die nacht vallen er ook nog een paar stevige regenbuien. Wanneer we vroeg in de morgen naar buiten kijken zien we een kraakheldere en strakblauwe hemel. Perfect weer voor een woestijnrit. Een Duits echtpaar in een omgebouwde Magirus vraagt vlak voor vertrek of we samen kunnen oprijden. Natuurlijk vinden wij het prima en tot groot geluk van Peter weet de Duitser topografische gps-kaarten voor de mobiele telefoon. Peter download ze via de wifi van een hotel en nu hebben we twee systemen om de route te kunnen bepalen.  De gewone Garmin kaarten kennen de pistes in de woestijn niet maar deze kaarten wel.

Na de laatste zandduinen rijden we langs een klein dorp. De doorgang is smal en vanwege het over de weg gespannen touw, moeten we wel stoppen. Er staat een jongen met een brommertje klaar…de weg is vanwege de regen héél slecht geworden, zo legt hij uit…de piste is niet meer te vinden…maarre.. de oplossing staat voor onze neus. Voor vijftig euro zal hij ons ‘voorrijden’ tot na de rivierbedding zo’n tachtig kilometer verderop. Het kost overredingskracht om de jongen duidelijk te maken dat we hem niet nodig denken te hebben, we keren we om en gaan verder. Hij blijft een aantal kilometer naast ons brommeren maar geeft dan op.

Het landschap en de conditie van de piste veranderen met het uur en zo ook de schitterende vergezichten. Vlak voor de rivierbedding laat Peter de bandenspanning zakken en rijden we met twaalf ton de vijf kilometer door het mulle zand. We kunnen nu niet stoppen dus ik hang af en toe uit het raam om te kijken of de Duitsers nog achter ons aankomen en dat doen ze. Een rustige kampeerplek vinden is zo gepiept en we genieten volop van de sterrenhemel. De volgende morgen nemen we afscheid van Gina en Wolfgang, zij gaan weer richting het asfalt en wij door richting Tagounite.

De gewone Franse en Duitse campers(Wolfgang noemde ze Tupperware Mobile) komen we niet meer tegen, wel veel landcruisers (in colonnes van wel twintig voertuigen), motorrijders en quads. Vroeg in de ochtend worden we gepasseerd door een landcruiser gevolgd door vijf quads. Ze rijden met hoge snelheid over de hele breedte van de piste en lijken elkaar niet echt in de gaten te houden.  Het is mooi, helder weer…en warm; zo’n 36 graden. We ploegen voort en ‘bedwingen’ de bergpassen, het gaat langzaam over de stenige piste. Soms maar 3 kilometer per uur. Wanneer we aan het eind van de dag even pauze houden worden we aangesproken door een quadrijder. Wat blijkt, het is één van de quads die ons in de vroege morgen passeerden. Ze zijn één van hen onderweg kwijtgeraakt en nu al uren aan het zoeken. Ze hebben niets bij zich om onderling te communiceren. Ja..wel water…twee liter. Nou daar heb je hier echt iets aan. Wij kunnen hen niet helpen, ze weten het zelf ook niet meer en gaan er vandoor om nog voor het donker wordt een hotel te vinden.

Bijna de hele route loopt vlaks langs de grens met Algerije. De Marokkanen en Algerijnen zijn geen vrienden en de grens is al jaren hermetisch gesloten. We vinden weer een mooie plek voor de nacht, een paar kilometer voorbij de militaire grensbewakingspost. Het is al donker wanneer we bezoek krijgen van de militairen. We verstoren het beeld van de radar en kunnen niet blijven staan. Wij rijden achter hen aan en kamperen in de palmentuin van de post.

Het is dag drie en om de oase van Tagounite te bereiken hebben we nog veertig kilometer te gaan. We doen er nog ruim drie uur over en genieten zoveel mogelijk nog van de prachtige, natuurlijke, woeste en imponerende omgeving.  Het was een prachtige, zij het zeer tijdrovende, rit. De wereld ziet er heel anders, wat ons betreft veel mooier uit, als je niet op een verharde weg rijdt.

Foto’s