Uzungu, give me money, give me sweety

28 augustus 2015 - Mzuzu, Malawi

We staan bij de grensovergang in het uiterste zuiden van Malawi en nadat de paspoorten zijn gestempeld horen we van de immigratiepolitie dat er hier maar sporadisch grensverkeer langs komt. De douanebeambte die het carnet moet afstempelen is aan het werk in een dorp dertig kilometer verderop. De man wordt gebeld en hij komt eraan, maar het kan wel even duren. We wachten in de schaduw van een grote mangoboom en kijken naar een verzameling van minstens vijftig vrouwen voor een huis aan de overkant van de straat. Om beurten gaan de vrouwen het huis binnen en komen dan huilend, gillend, dansend en de handen over de knieën slaand weer buiten. Er is zojuist iemand overleden en net als vreugde en blijdschap wordt in Afrika ook verdriet zonder schaamte in het openbaar getoond. We wachten twee uur, de rouwende groep wordt groter en groter. Maar dan staat plotseling de ambtenaar voor onze neus, binnen vijf minuten is het carnet gestempeld en rijden we langzaam langs de luidruchtige rouwende menigte Malawi in.


Malawi is in vergelijking met de buurlanden een klein landje met een groot meer en met een hoge bevolkingsdichtheid. Er wonen ruim 17 miljoen mensen en de helft daarvan zijn kinderen onder de vijftien jaar. En dat merken we direct. We rijden op de onverharde weg en het is druk en vol met locals; fietsers en wandelaars, groot en klein….wat een mensen en wat een kinderen. We parkeren voor de nacht aan de rand van het dorpje Nsanje en wandelen, als lokale attractie, nog even het dorp in. Kinderen lopen in slierten achter ons aan; schreeuwend…. hé..uzungu…uzungu, in Malawi het woord voor blanke. Maar de kleintjes zijn vooral bang en rennen hard weg. Op de markt zien we hoe de slager onder grote belangstelling een nijlpaard staat te slachten. Hoe verzin je het.. Het lijf is al verkocht, alleen de kop is nog over. De nacht blijft gelukkig rustig en de volgende morgen lopen we naar het tentenkamp dat we de avond ervoor hebben gezien. Er staan wel honderd tenten en de mensen zien er mager en ziek uit. We horen het verhaal: acht maanden geleden is door de hevige regenval de rivier de ‘Shire’ buiten de oevers getreden en heeft veel huizen weggevaagd. De bewoners zijn alles kwijt en leven nu al acht maanden zonder werk of inkomen in het tentenkamp en hoe het nu verder moet of zal gaan weet niemand.


De onverharde weg met het nog typisch Afrikaanse landschap en dorpjes van riet gedekte hutten is tot Chikwawa prima. We buigen af en rijden zo tot aan de ingang van het ‘Majete’ wildpark maar mogen er niet in. De vrachtwagen wordt te hoog en te groot bevonden om via de dichtbegroeide sporen het park rond te rijden. De blanke manager komt langs, hij vindt het vervelend voor ons maar ook hij kan geen toestemming geven voor een rit door het park. Als alternatief maken we een boottocht over de ‘Shire’rivier. Samen met gids Jimmy rijden we in de landrover naar de oever van de rivier en zien we onderweg verschillende antilopensoorten, apen en wrattenzwijnen. En vanaf het water kijken we naar de olifanten op de oevers. In de mooie brede rivier wemelt het van de Nijlkrokodillen en families nijlpaard. Jimmy is een gezellige en toegewijde gids, de opleiding heeft hij gehad in South Luangwa in Zambia. Hij laat ons het allerkleinste en kleurrijke ijsvogeltje zien; de machita, slechts 5 cm groot en we moeten goed kijken om er een ijsvogel in te herkennen en een foto maken lukt echt niet.


We kamperen vrij en in het boerenland en gaan heel vaak vóór het rijden eerst wandelen. Meestal gewoon over het pad daar waar de auto staat en lopen dan een uurtje heen en weer terug en dat levert regelmatig de leukste ontmoetingen op. De locals hebben geen flauw idee waar wij zo vanuit het niets vandaan komen en stoppen meestal direct met waarmee ze op dat moment bezig zijn. Ze reageren begrijpelijk verbaasd en vragen dan waar we naar toe op weg zijn….wij..nou gewoon...we wandelen….zij;..ohh you are vagabonding? Wij;…uhh..no we are exercising. En dat antwoord vinden zij dan weer heel grappig. Want dat wij wandelen om in beweging te blijven terwijl zij niets anders doen; met de hand het land bewerken en lopen maar dan met het gewicht van hout, water, groenten, suikerriet of verzin het maar op het hoofd valt ook niet uit te leggen.


Even voor Blantyre komen we weer op het asfalt en in de stad zien we veel blanken in nieuwe, dikke dure auto’s rond rijden. Het zijn die van de internationale hulpverlenende instanties. Het lijkt wel of alle, maar dan ook echt alle betaalde en onbetaalde hulptroepen zijn losgelaten op Malawi. Er zijn ook veel jonge mensen die hier tegen betaling een paar weken vrijwilligerswerk mogen doen. En wanneer ze hiermee klaar zijn hebben ze meestal nog tijd voor een paar (te) duur betaalde uitstapjes. Want Malawi is natuurlijk een lekker landje om als buitenlander een poosje te zijn. Ze spreken er Engels, zeer vriendelijke lokale bevolking, het meer, de bergen, goed eten en drinken en het asfalt voor jezelf. De brandstof is heel duur in Malawi dus op de weg kom je alleen rijke locals, een enkele minibus, politie en de auto’s van de hulptroepen tegen. De gewone man loopt of fietst.


Vanuit Blantyre kiezen we voor de noordelijke route, de route langs lake Malawi. Maar we maken eerst een tussenstop in Zomba, de vroegere hoofdstad. Lekker koel op een hoogte van 2000 meter en een zeer vruchtbaar gebied. Op de markt kunnen we weer van alles kopen: appels, aardbeien, frambozen, bessen en zelfs bloemkool. We kamperen er een paar nachten op het parkeerterrein van het kantoor van het nationaal archief. We lopen naar het Zomba plateau, een wandeling van tien kilometer steil omhoog en zien hoe er op grote schaal wordt ontbost. Samen met ons lopen de kinderen, mannen en vrouwen op blote voeten over het asfalt mee de berg op. Op het plateau kopen ze enorme planken hout die op het hoofd de tien kilometer naar terug naar het dorp worden gedragen en dat iedere dag. Pff…wij zijn best moe van die ene keer twintig kilometer.


Op weg naar het meer zien we weer, net als in Ghana, grote reclameborden voor de verschillende geloofsgemeenschappen en we zien opvallend veel moskeeën en veel gesloten scholen. Cape Mc Clear is een vissersdorp aan een voorheen prachtige baai. De baai is sinds een aantal jaar een nationaal marine park en Unesco werelderfgoed en daar komen dan veel toeristen op af en wij gaan er ook langs. Eerst langs de vol met afval bezaaide buitenrand van het dorp en dan naar de camping direct aan het meer. Voor veel geld kunnen we naar een eilandje worden gevaren voor een uurtje snorkelen, zwemmen en visarend voeren. De vissershuisjes zijn door de komst van de rij hostels, hotels en campings naar achter verplaatst en hebben vanuit de huisjes geen zicht meer op het water. Het lijkt ons heerlijk om te zwemmen maar er zijn hier de hele dag, elke dag echt waar, honderden zeer vriendelijke locals bezig aan de waterkant. Ze doen gewoon hun ding…ze spoelen de vis, doen de was, schrobben de pannen, wassen zichzelf en de kinderen en poetsen hun tanden. Maar telkens wanneer we een stukje over het strand of door het dorp wandelen worden we belaagd door tientallen schreeuwende kinderen of kinderen die je hand vastpakken en meewandelen en…Uzungu…give me money, give me sweety, give me pen, give me cap enz. We blijven er twee dagen en gaan snel verder.


Wild kamperen wordt enorm vermoeiend…overal die kinderen die maar blijven vragen en zeuren. Zodra we stoppen zijn ze er met die handjes. Sommigen klimmen in de boom om naar binnen te kijken en maar zeuren om van alles en nog wat. Ze verdwijnen zodra het donker wordt en zodra het licht wordt staan ze er weer. We zijn wel gewend aan kinderen bij de vrachtwagen. We maken dan een praatje, wat grapjes over en weer en ze kijken even in de auto. Maar in Malawi maken we voor het eerst kennis met de drammerige en dwingende bedelmethode van de kinderen. Gelukkig vinden we in Nhkotakota een heerlijke camping aan het meer met privéstrand. Een paar dagen lekker zwemmen in het zoete water en genieten van de rust…goh, we lijken wel een oud stel.


Op één van de wandelingen komen we de Amerikaanse Amy tegen. Ze is door het Amerikaanse ‘peace corps’ voor twee jaar aan het werk in een klein dorp midden op het platte land. Ze is 25 jaar, vrouw en moederziel alleen in de weer om de dorpelingen ervan te overtuigen op een andere manier landbouw te bedrijven…dus niet allemaal alleen maar uien of alleen wachten tot de mango’s rijp zijn maar iets anders. Ze klinkt moedeloos…gelukkig nog maar een half jaar….de mensen...het land is zo vruchtbaar..er kan van alles maar ze willen gewoon niet…en weet je…ze krijgen hier zo veel..voor niets en wat doen ze? Er sterven veel zwangere vrouwen en kinderen onder de vijf jaar aan malaria maar de gratis verstrekte muskietennetten worden verkocht aan de vissers als visnet, de gratis condooms worden door de kinderen nieuw uit de verpakking gebruikt als waterballonen de zonnepanelen worden niet gebruikt voor een beetje licht in de duisternis maar voor de geluidsinstallaties.


Op weg naar de grens denken we na over de vraag wat het Malawi heeft opgeleverd…al dat geven zonder er iets voor terug te vragen. Afrikanen en dus ook de mensen van Malawi zijn trots,vindingrijk,slimme handelaren en pure ambachtslieden. Er wordt heel veel hergebruikt en ze maken echt overal weer wat bruikbaars van…dus we weten het niet..oh ja…in ieder geval heel veel kinderen die niet naar school gaan en slechts een paar woorden Engels spreken: Uzungu…give me money, give me sweety.

Foto’s

5 Reacties

  1. Paul de Beer:
    6 september 2015
    Mooi verhaal weer!
  2. Elly v d Geest v d Raad:
    8 september 2015
    Wat een leven in Afrika,en zo verschillend.Maar wat jullie allemaal schrijven, is zo duidelijk,zo helder.Net of ik er bij bent.Ik geniet als ik al die verhalen leest.Hier in holland begint nu toch de herfst.Ach we hebben een moöie zomer gehad. Groetjes Elly v d Geest v d Raad
  3. Anja Keesmaat:
    8 september 2015
    Goed stuk!
  4. Joke Vermeulen:
    9 september 2015
    Els met veel belangstelling je verhaal gelezen. Ik had het er inderdaad met vader over en hij vroeg of ik het leuk zou vinden jullie te volgen. Dat vind ik inderdaad al was het alleen maar om iets van de andere kant van de wereld te horen en hoe verschillend de levensstandaard is. Wij kunnen ons toch niet voorstellen dat het leven in Afrika zo anders is dan in Europa. Dank je wel voor het toesturen, veel succes met alles en tot mails. Joke
  5. Ron Verwey, Annette Laan:
    14 september 2015
    Mooi geschreven, heel beeldend. We zien de kinderen als muskieten om jullie heen hangen. Het is een bijzonder land en dank zij jullie beleven wij een stukje mee. Dank je wel.