Moeizaam begin in Iran

20 maart 2016 - Yazd, Iran

Om half twaalf rijden we het haventerrein in het Emiraat Sharjah op. We leveren er de auto in en wandelen de stad in voor de lunch, voorlopig de laatste keer het verrukkelijke eten in een Indiaas restaurant. We nemen afscheid van Emiel en Liliana, het zijn de 74 jarige Zwitsers die we eerder hebben ontmoet in Ethiopië. Ze reizen al 34 jaar maar wachten, vanwege het weer nog een maandje met de oversteek naar Iran. En dan begint het wachten in de vertrekhal  waar de procedures lijken nagebootst van die van een luchthaven….alle koffers gaan op een band en op een kar naar de boot, we wachten in de rij voor de paspoortcontrole en een veiligheidscheck, we krijgen een ‘boardingpass’en stoelnummer en dan met z’n allen in de bus naar de 500 meter verderop gelegen boot. Wij rijden de auto de (verouderde) boot op en gaan, bij gebrek aan een hut, op zoek naar, hoe kan het ook anders….de oude vliegtuigstoel. Wat later op de avond wordt door de steward het eten uitgeserveerd. Aan boord hangen overal camera’s en er wordt me vriendelijk verzocht (ook al zijn we nog in de Emiraten) al een hoofddoek te dragen. Want in Teheran bekijken ze de banden….

We slapen in onze auto en op 8 maart vroeg in de morgen komen we aan in de haven van Bandar Abbas, in het zuiden van Iran en ook hier wordt weer de luchtvaartprocedure toegepast. Wachten bij de band op de bagage en door de controlepoortjes. Het duurt uren maar het is bijna hilarisch om te zien. Bij het immigratiekantoor worden we samen met een Duits expat echtpaar apart gezet en wachten we tot de tachtig paspoorten van andere passagiers worden afgestempeld. Er komt iemand langs met een mannetje die wat Engels spreekt. Hij biedt zich aan als ‘fixer’, want, zo laat hij weten, zonder zijn hulp krijgen we de paspoorten niet gestempeld en de auto’s echt niet door de douane. Het lijkt niet anders te kunnen en samen met de Duitsers lopen we acht uur lang achter onze ‘fixer’ aan. Van het ene kantoortje naar het andere, hier wat betalen en daar wat en kopietje hier en kopietje daar….pfff wat een bureaucratie. Dan eindelijk, na nog wat gesteggel en gehannes over het betalen van het mannetje mogen we het haventerrein af.

Bandar Abbas is een grote stad met meer dan een half miljoen inwoners, het wordt al donker dus we zoeken gelijk maar een plek voor de nacht. We vinden een rustige straat met uitzicht op zee. Er rijden nog wel wat jongetjes, ze lijken niet ouder dan een jaar of twaalf, op hun brommertjes de straat op en neer.  Peter bekijkt de brommers en laat de jongens de auto en motor zien. De kinderen scheuren de straat weer uit maar tien minuten later zijn ze terug. Ze spreken Farsi en drie woorden Engels….welcome to Iran en geven een grote zak sinaasappels en een zak vol ijsjes…nog even zwaaien en weg zijn ze weer.

Het is midden in de nacht en we worden wakker van een hoop gebonk en geschreeuw. We kijken uit het raampje en zien drie mannen. Ze schreeuwen en roepen om drank en sigaretten. We blijven in de auto en geven aan dat we dat allemaal niet bij ons hebben. De mannen lijken onder invloed (drank/drugs?)  en blijven nog een aantal minuten op de zijkant van de auto bonken, zeurend om van alles en nog wat maar druipen dan af. We hebben het wel eens eerder meegemaakt, met zwervers, en maken ons niet al te druk. We zijn net weer in slaap gevallen maar schrikken dan wakker van enorme klappen tegen de auto. Ik kijk uit het raampje en zie twee mannen met lange ijzeren staven de voorruit kapot slaan. Peter zoekt naar de pepperspray en ik schreeuw en gil zo hard ik kan om hulp en de politie. Het helpt want ze laten plotseling alles vallen en zetten het op een lopen. We staan te shaken van de adrenaline en snel pakken we de boel in. Pas buiten zien we de schade…..de voorruit is aan gort, het zijraam, de beugel van het raam en de achterkant van de motor zijn ook kapotgeslagen en de kentekenplaat is weg. We nemende ijzeren staven mee en rijden voorzichtig de stad in op zoek naar een politiebureau.

In het centrum worden we gezien door enkele patrouillerende politiemannen. We rijden achter hen aan naar het bureau. Het duurt even voor ze begrijpen wat er is gebeurd maar dan rijden we met hen terug naar de plaats delict en zoeken vergeefs een poosje naar de daders. Terug op het bureau wordt er in het Farsi een soort van verklaring geschreven. Het duurt lang want van de acht aanwezige politiemannen spreekt er maar één een beetje Engels. Maar dan is het klaar en het A- viertje wordt plechtig ondertekend door de acht aanwezige mannen. Het is vijf uur in de ochtend, we proberen nog een uurtje te slapen maar het lukt niet echt. Je piekert je suf over het ‘waarom’ van dit geweld.

We staan op een parkeerplaats achter het politiebureau en het lijkt of heel Bandar Abbas ons verhaal heeft gehoord. Mensen komen langs, kijken naar de auto en lezen de verklaring én zo zeggen de meeste….deze boeven….het zijn vast buitenlanders (Afghanen?) maar beslist geen Iraniër. Binnen een uur krijgen we vier keer een aanbod voor een lunch en als we stad in gaan krijgen we het ene na het andere kopje thee aangeboden. We hebben geld nodig maar als buitenlander kun je in Iran niet pinnen. We worden geholpen bij het vinden van een wisselkantoor. We wisselen 200 dollar en lopen met bijna 7 miljoen Rials de deur uit. Iemand anders helpt weer met het kopen van een Simkaart voor telefoon en internet, het is een heel gedoe met paspoort en kopietjes. Een redelijk Engels sprekende student helpt met het vinden van een ruitenboer. De man heeft geen passende ruit maar gebruikt een deel van onze eigen plexiglas inzetramen. Er wordt de hele middag gewerkt en aan het eind van de dag is het klaar……nou ja, goed genoeg om naar een volgende grote stad te rijden.

Hassan heeft de hele middag staan kijken, hij spreekt een beetje Engels….kom...jullie eten vanavond bij mij, mijn vrouw Muria weet het al. Hij is 55 jaar en al gepensioneerd havenbewaker. Trots laat hij het appartement zien en de tv met alle buitenlandse zenders. Muria spreekt geen Engels maar kan mij wel duidelijk maken dat wij beiden de hoofddoek ook binnenshuis moeten dragen. Zij omdat Peter er is en ik omdat Hassan in de kamer is. We zijn net weer in de auto en weer wordt er geroepen. Het zijn Nadia van 28 en haar 26 jarige broer, ze hebben van ons gehoord. Ze vinden dat wat ons is overkomen echt verschrikkelijk en een schande voor Iran. Nadia is een kordaat type….zo…hebben jullie tijd om tot morgenmiddag te blijven?….huh….ja maar hoezo?....dan gaat mijn broer een nieuwe voorruit regelen en die zit er dan morgen om twaalf uur in….en ik betaal….nee toch….ja toch. Ze is onderweg naar haar weekendadres op het eiland Kish dus ze kan zelf niet blijven. Ze laat haar telefoon nummer achter…..het komt voor elkaar hoor en lacht en zwaait. Wij kunnen het maar moeilijk geloven maar de volgende ochtend om elf uur staat broer bij de auto met een Mercedes ruit van gelaagd glas en een half uur later is het klaar….de nieuwe ruit zit erin. Nadia belt nog met de vraag of het is gelukt….zie je wel en nee bedanken is niet nodig..….welcome to Iran.

We gaan rijden en onderweg hebben we het nog steeds over het incident. Het is voor het eerst in ruim zes jaar dat we te maken hebben gehad met een dergelijke vorm van buitensporig geweld en dat in Iran? Maar eerst hebben we diesel nodig…de tank is zo goed als leeg. Diesel wordt hevig gesubsidieerd, kost 8 eurocent per liter en je hebt een pas nodig om te kunnen tanken. Een pas die je als buitenlander niet kunt krijgen. Bij het eerste tankstation wordt om de tankpas gevraagd…we blijven een beetje schaapachtig kijken….een pas…nee, hebben we niet. Dan mogen we gelukkig een pas van een vrachtwagenchauffeur lenen en kunnen zestig liter tanken…en zo gaat het maar door. We rijden zes, zeven, acht tankstations af en met een geleende pas kunnen we steeds een beetje diesel tanken. De tankstation houders hebben zelf ook een pas, voor noodgevallen en bij gebrek aan vrachtwagens kunnen we deze pas soms lenen, wel voor de dubbele prijs.

Iran is een enorm land met 80 miljoen inwoners en 70 procent ervan is onder de dertig jaar. Het land heeft een groot drugprobleem door de nabijheid van Afghanistan.  Vooral bij de tankstations wordt er door de vrachtwagenchauffeurs, na het uitlenen van de pas, regelmatig gevraagd of we alcohol of ‘iets’ anders hebben en dat ‘iets anders’ is dan bijvoorbeeld morfine. Een van de chauffeurs laat zien op wat voor manier hij morfine(opium) gebruikt…..het is een soort wierookstaafje waarvan ze de rook door een sigaret naar binnen zuigen.

We kamperen in de bergen op 2500 meter hoogte, aan een klein weggetje in het niets…uitzicht op de besneeuwde bergtoppen. Het is donker maar nog vroeg en we horen de auto aankomen….weer geroep en geschreeuw……getver…. wat nu weer en ik trek het luik open. Drie mannen zijn het  en één met het geweer over de schouder. Een ander klimt brutaal tegen de zijkant om eens goed naar binnen te kijken en de derde loopt, met een met een zakdoek afgeschermd gezicht rond de auto. We zijn op ons hoede maar blijven aller, allervriendelijkst….we komen uit Holland en nee geen sigaretten, geen alcohol, geen medicijnen. De man nu half in het luik praat er een eind op los…in Farsi….we….no, no Farsi. We beginnen voorzichtig met….good night….bye, bye en ik laat het luik steeds een beetje verder zakken en de man moet zijn handen nu wel weghalen…voordat ik het luik erop laat vallen. We zitten binnen en hen rond de auto lopen….pas na een minuut of vijf wordt de auto gestart en vertrekken ze. We hebben even een moment van wat doen maar gaan op ons gevoel af en blijven staan. De mannen komen niet terug. De volgende morgen zien we wel dat ze aan de motor hebben zitten pulken…we missen alleen een spanband. We maken een lange prachtige wandeling en zijn het voorval dan snel vergeten.

We kamperen een nacht in de Kalut, een woestijn met hoge versteende zandduinen en rijden naar de stad Kerman. Voor tien euro wordt de beugel gelast en zit er een nieuwe zijspiegel op en voor twee euro wordt de gastank van 11 kilo gevuld. We wandelen door de bazar en jeetje wat is er hier veel te krijgen en alles….made in Iran. Kramen met enorme bergen groenten, fruit, kruiden, snoepgoed en heerlijk brood en het kost bijna niets. Er is melk, yoghurt en kaas en een enorme variatie aan nootjes…amandelen, pistache, pinda’s. Supermarkten zijn er niet, we kopen alles op de markt of in piepkleine winkeltjes. Hier in het Zuiden spreken maar weinig mensen Engels maar zijn zijn aardig, openhartig en nieuwsgierig…...where are you from……from Holland?.....Ahhh……beautiful country….many flowers.

We wandelen rond in de oude, prachtige stad Yazd en het is de dag vóór het Iraans Nieuwjaar, de vakantie is begonnen. Op het grote plein wordt een religieuze dienst gehouden, het is er druk en vol en veel van de jonge meisjes willen met ons op de foto. Wanneer we iets te lang blijven staan praten, worden we door de ordehandhavers (herkenbaar aan een gekleurde plumeau in de hand) vriendelijk gevraagd om door te lopen. Ook Zainab wil even met ons praten. Ze is 28 en komt uit Teheran en ze spreekt goed Engels. Samen met echtgenoot Hamed, oom en tante met kinderen en het zestienjarig nichtje. Ze zijn ze op doorreis naar familie in het zuiden. We wandelen met elkaar naar het parkeerterrein waar onze auto staat en wij ook kamperen. Met de hele familie zitten we binnen en praten en kijken foto’s. Ze vinden het geweldig…..dat wij zo kunnen gaan en staan waar we willen. De familie overnacht in een schoollokaal, want, zo vertelt Zainab, hier in Iran mag iedereen die in het onderwijs werkt in de vakanties gratis gebruik maken van de leegstaande lokalen……of we de school willen zien en dan kunnen we gelijk blijven eten.

We worden opgehaald en oom Habib rijdt eerst langs de voor hem bekende winkels van Yazd…..de banketbakker, de gewone bakker, de groent-e, fruit- en notenwinkel, hij slaat flink in en geeft het allemaal aan ons…voor onderweg en afslaan wordt niet gewaardeerd. Hij klopt Peter eens op de schouder….het beste van Yazd. Het is druk in de school, in elk lokaal logeert een familie en iedereen kookt er de maaltijd. Het wordt een gezellige avond, de sfeer is ongedwongen en we kletsen heel wat af….over de verschillen tussen Iran en Europa en tussen mannen en vrouwen. We zitten op de grond, de kinderen vallen in slaap, de ooms doen om de beurt een powernap en spreiden het kleed voor het gebed. Om half elf vraag ik maar eens of we niet moeten gaan, de familie moet vroeg op….ze liggen slap van de lach…..nee yoh….voor middernacht slapen wij niet hoor. Maar iets na middernacht nemen we afscheid van deze ongelofelijk hartelijke familie…en ja…we bellen wanneer we in Teheran zijn en natuurlijk komen we langs wanneer we in Gilan zijn….

Foto’s

6 Reacties

  1. Marion:
    23 maart 2016
    Goh wat spannend het begin en dan daarna alleen maar vriendelijkheid in de ontmoetingen met Iranieers met jullie.
    Geweldig het enthousiasme waarmee je vertelt en prachtige foto"s!!
    Ga zo door! Gr Mar
  2. Margriet Klees:
    23 maart 2016
    Wat een ongeloiflijk verhaal. Echt het verkeerde moment op de verkeerde pkek Ik hoop dat jullie verder van Iran kunnen genWe nemen aan dat jullie zelf een keer met John en Monique kunnen afspreken om het huis te bekijken. ieten, het is zo mooi en zo vtiendelijk.
    Groeten Jan en margriet.
  3. Henk en marianne:
    24 maart 2016
    Jammer van die eerste ervaring. Wij vonden Iran geweldig en hebben in 3 maanden tijd geen enkel probleem gehad.
    In augustus komen we ook nog door Iran op weg naar huis.
    Groeten uit Vancouver.
    Onze auto staat op het schip naar Japan.
    Henk en Marianne
  4. Mies v d werf -v d Veer .:
    24 maart 2016
    Wat een spannend en mooi verhaal.
    En geluk met zoveel lieve mensen om je heen.
    Heel bijzonder.
    Goede reis verder. En tot de volgende brief.
    Warme groet. Mies v d werf -v d Veer ,
  5. Ton Groot Koerkamp:
    25 maart 2016
    Prachtverhaal, merci. Inderdaad jammer van zo'n onwelkome start in zo'n vriendelijk land... Enjoy :-)
  6. Paul en marie-louise:
    28 maart 2016
    hallo lieve luitjes, wat een ervaringen weer en jammer dat de start zo in tegenstelling staat tot later. We wensen jullie een hele mooie, verdere trip toe. een thaise groet Marie louise en paul