in de jungle

4 juni 2011 - Rurrenabaque, Bolivia

Na ruim twee weken verlaten we Puerto Varador achter ons en rijden richting San Ignatio de Moxos. Maar eerst moeten we met de ferry nog “even” de rivier oversteken. Er zijn twee aanrijroutes naar de ferry maar op een ervan staat een vrachtwagen met een kapotte aandrijfas. Hij staat er al een dagje. De chauffeur is ergens onderdelen gaan ophalen en gemakshalve blijft de vrachtwagen gewoon in de blubber en in de weg staan. We twijfelen even (na het zien van de ferry Afrikaanse stijl) of we er wel op komen maar de bussen en de vrachtwagens met lading gaan er allemaal op en het blijkt ook voor ons gelukkig geen probleem. De droge tijd is net aangebroken(in de regentijd staat de weg die we nu rijden grotendeels onder water)  het water is nog aan het zakken. We hebben het gevoel over een kilometerslange dijk te rijden en links en rechts zien we grote water en modderpoelen gevuld met enorme waterlelies, krokodillen en veel watervogels .

 Op de route ligt het nationale park Beni. El Porvenir, zo heet het kamp van de parkwachtersl lijkt verlaten, geen parkwachter te zien en het kampement is in erbarmelijke staat. We horen van voorbijgangers dat de parkwachters er de volgende ochtend weer zullen zijn. We besluiten hier te overnachten. Het is er mooi en in de bomen rondom (die helemaal vol hangen met grapefruits) zitten honderden papagaaien. Rond de schemering maken ze een hels kabaal met hun geschreeuw om het beste plekje in de boom. De volgende dag horen we van de parkwachters dat we het park( het zoveelste) niet in kunnen. Vanwege geldgebrek (hebben we vaker gehoord in Bolivia) is er de laatste jaren niets meer aan onderhoud gedaan en met toeristen het park ingaan lijkt geen optie. We proberen weer van alles… nee, wandelen is te ver, met de kano dan…de waterstand is te laag…en ga zo maar door.

 We rijden verder door het westelijk deel van de Amazone. Vanaf het dorp Yucumo is het nog 100 km  over een superslechte weg  naar het dorp Rurrenabaque. Dit dorp ligt aan de rivier “Beni” en op de grens van het Nationale Park “Alto Madidi”. We kamperen direct aan de rivier tussen een heleboel vrachtwagens die wachten op de ferry naar de overkant. We krijgen wel erg veel aandacht van de chauffeurs. Om de haverklap komen ze vragen of onze vrachtwagen te koop is of..misschien dan de motor? We boeken een driedaagse jungletour en dat is best een lastige klus met 29 reisbureaus in een 14.000inwoners tellend dorp. We kijken naar een optocht van de verschillende indigeno’s en gaan op zoek naar de pinautomaat . Maar in het meest toeristische dorp van Bolivia is geen pinautomaat. We gaan naar de bank waar de medewerker blijft volhouden dat onze creditcard niet werkt voor een cashadvance en zo hebben we een toer geboekt maar niet voldoende contant geld om deze te kunnen betalen.

 Ondertussen zoeken we een plek om de vrachtwagen voor drie dagen te stallen en Pepe (van het reisbureau) biedt aan de auto bij hem in de achtertuin te zetten. We gaan kijken bij het huis van Pepe, wij weten na het zien van het tuinhek en de laaghangende draden dat we er niet in kunnen maar Pepe blijft volhouden dat hij wat gaat verzinnen om ons de tuin in te krijgen. Maar hij heeft de vrachtwagen niet gezien en wanneer we bij het huis aankomen schrikt hij van de omvang van de wagen en moet toegeven dat het echt niet past. Gelukkig hebben we net ervoor Jorge ontmoet. Een Zwitser met een camping boven op een berg en daar kunnen we kamperen en de auto gratis laten staan wanneer we op de tour zijn.

Pepe blijkt een druk mannetje die naast het ronselen van toeristen ook de hele dag bezig is met de toeristen. Hij laat ons het dorp zien, we maken kennis met zijn vrouw en praat aan een stuk door. Hij geeft ons allerlei tips (die niet werken) om aan geld te kunnen komen. Maar zegt hij…no problema…ga eerst maar op de tour en zet ons op de boot met drie medetoeristen en een gids.

We maken kennis met Hannes uit Oostenrijk, Birgit uit Duitsland en Laura uit België en na drie uur varen komen we aan in ons (primitieve) kampement in het Park en midden in de jungle. Drie dagen lang lopen we met zijn vijven door de jungle met gids Erenesto. Hij is hier opgegroeid en gidst al 17 jaar. Enthousiast vertelt hij alles over planten, medicijnen, de dieren en de vogels. Zo laat hij ons een minuut kauwen op de bladeren van een ’anaestesie’-plant….prompt voelen we onze tong niet meer. Gelukkig duurt het maar een paar minuten voordat het gevoel weer terug komt.  Je weet dat er veel medicijnen uit de oerwouden komen maar zo ervaar je het wel heel direkt.  Verder weet hij voor alle kwalen wel een plant of een boom die genezing biedt. Indrukwekkend en interessant om te horen. De gids neemt ons mee uit vissen. Wat inhoudt dat we eerst larven zoeken waarmee we kleine visjes vangen. Met de kleine visjes gaan we de grote proberen te vangen. Ik (Els) vang tot mijn grote verbazing een ruim anderhalve kilo zware vis. Peter vangt twee roggen en de gids een schildpad. De roggen (ontdaan van hun giftige) staart en de schildpad gaan weer terug de rivier in. We hebben het gezellig met elkaar en de drie dagen zijn zo weer voorbij. Op de terugweg gaan we langs een broedplaats van roodblauwe ara’s, een prachtgezicht.

Hannes en Birgit vertrekken de volgende morgen bus de bus naar La Paz en Hannes wordt onze redder in nood. Hij haalt met zijn creditcard geld voor ons ….vielen dank Hannes!!! Wij blij, Pepe blij.

 

Foto’s

1 Reactie

  1. alvaro:
    7 juni 2011
    Do you have plans to travel in Colombia? I live in Bogotá D.C. if you need any help. Congratulations for living a real life !!!