Gearresteerd in Guyana

5 april 2012 - Paramaribo, Suriname

We verlaten Venezuela, het prachtige land waar we ruim vier maanden zijn geweest en zoveel hebben meegemaakt. Venezuela; het land van Chavez, het land van de angst, het land zonder regels, het land van de  controleposten, van de bijna gratis diesel, van de mooiste asfaltwegen van Zuid-Amerika, van de verkeersdrempels , de luide muziek en het zwerfvuil. Maar voor ons vooral een land van de prachtige natuurgebieden en bijzondere ontmoetingen met gastvrije, lieve mensen. We zullen het nieuws over de komende verkiezingen blijven volgen en blijven samen met de vele Venezolanen hopen op de grote verandering…… we komen er graag terug.

De grensovergang Venezuela uit en Brazilië in is een makkie en we gaan op weg naar Boa Vista. We rijden langs enorme veehouderijen en omdat er geen andere mogelijkheid is, draaien we het terrein op van een grote Hacienda. Toevallig rijdt de baas vlak achter ons, hij vindt het prima dat we de nacht blijven staan en een uur later komt de man terug om ons een paar kropjes sla te brengen. Het is al donker wanneer de broer van de baas op de tractor langskomt voor een praatje, en jeetje wat is het weer wennen aan het nasale en zangerige Portugees.

In Boa Vista gaan we langs een Mercedes garage en informeren naar de koppelingcilinders maar helaas ook hier hebben ze geen cilinders en ook een telefoontje naar Manaus levert niets op. Voorlopig werkt het allemaal nog en rijden we diezelfde dag door naar de grensovergang. De formaliteiten in Guyana nemen (door de hoeveelheid administratieve handelingen) veel tijd in beslag maar het is een leuk gezicht, al die in keurige uniformen gestoken en Engels sprekende ambtenaren. Bij de immigratie krijgen wij een visum voor dertig dagen maar de douane ambtenaar geeft voor de auto een tijdelijk importdocument af voor maar veertien dagen. We leggen de man uit dat dat niet logisch is, wij dertig dagen en de auto twee weken. Geen probleem, zegt de man, jullie kunnen een verlenging krijgen in Georgetown. Wat hebben we daar nu aan.. dan zijn we al bijna het land weer uit.. en vragen of er toch niet iets aan te doen is?  Maar nee..regels zijn regels.

Er wonen ruim 750.000 mensen in deze voormalige (Nederlands) Engelse kolonie maar driekwart van de bevolking woont in Georgetown en langs de kust. Er is één weg naar de hoofdstad, een 550 km lange onverharde weg, dwars door het zo goed als onbewoonde oerwoud. De regentijd is officieel nog niet begonnen maar het regent een dag lang en flink ook. We rijden 100 km door prachtig Savanne landschap dat langzaam overgaat in een dichtbegroeide jungle en stoppen voor de nacht in het indianendorpje Toca . (Pemon indianen). We staan er nog maar net wanneer er een man op de brommer aankomt (met in zijn kielzog een hele sliert kinderen). Het blijkt de dorpsoudste te zijn en na de wederzijdse kennismaking krijgen we toestemming om op zijn grondgebied te kamperen. De volgende morgen  rijden we al glibberend en glijdend door de modder én aan de linkerkant én over onbetrouwbaar uitziende bruggetjes met een gemiddelde snelheid van 20 km per uur richting Georgetown. Maar wat een ongerepte natuur, we zien we verschillende soorten  ara’s, papagaaien en toekans en naast  slangen, schildpadden, apen, knaagdieren nog een hele diversiteit aan insecten en andere vogelsoorten. Het is prachtig.

We rijden een klein zijweggetje in en parkeren voor de nacht onder een boom die volhangt met grote wever nesten. Midden in de nacht horen we hoe een auto een minuut of tien stilstaat (natuurlijk met ronkende motor) naast de onze maar dan toch doorrijdt. De volgende morgen zitten we bij zonsopgang naar de vogels te kijken wanneer er een auto langskomt. Het blijkt auto van afgelopen nacht want één van de mannen begint met..Jesus… you scared the f..ck out of us last night. We kijken de man verbaasd aan..wij..jullie bang gemaakt, hoe dan? Nou, gewoon…we durfden niet langs jullie auto te rijden, er staat hier nooit iets en we wisten niet wat dit (en wijst naar de auto) was. Maar nu ze ons zo zien zitten.. het stelletje toeristen met de verrekijker in de hand… kunnen ze er toch om lachen.

We gaan weer op weg en genieten van de grappige naamborden, de oude engelse leger Bedfords en de voorbij scheurende pick-upjes. We passeren een paar kleine politieposten en wanneer ze daar zien dat we uit Nederland komen laat één van de agenten trots haar naambordje zien: “van Sluitman”. In Georgetown rijden we gelijk door naar de ambassade en tien minuten later staan we met een visum voor Suriname in de hand. (Suriname is het enige land in Zuid-Amerika waar je als Nederlander een visum voor moet kopen). We wandelen door de stad, kijken naar de vele houten gebouwen en zien de mix aan bevolkingsgroepen: Chinezen, Hindoestanen, Creolen, Moslims, Christenen en eten een lekkere roti. Het is hier totaal anders dan de rest van Zuid-Amerika.  

Aan het eind van de middag rijden we een rustige straat in en net wanneer we uitstappen horen we iemand vanuit een auto roepen..heey.. Hollanders… we moeten even een boodschap doen maar komen dan terug voor een praatje….. En ze komen terug; Ben, een Nederlander die als honair consul in de stad woont en werkt en Menno, econoom en één van de EU medewerkers werkzaam voor ontwikkelingssamenwerking in Georgetown. We worden  gastvrij ontvangen (in het huis van Ben waar op de eerste verdieping Menno woont)  maken kennis met de vrouw van Ben en de vriendin van Menno en wat volgt is een hele gezellig avond. Wat Ben en Menno betreft kunnen we nog dagen blijven in Georgetown en omgeving maar wij zijn een beetje onrustig. We willen naar Suriname en na een laatste wandeling door Georgetown gaan we op weg naar de grens…veel dank Menno en Ben en succes met de werkzaamheden!

Honderd kilometer voor de grensovergang ligt een 800 meter lange pontonbrug over de Berbice rivier. Het is een tolbrug en wanneer we aankomen rijden staan er een paar mensen hevig te gebaren, we moeten met de auto op de weegbrug. De weegbrug laat ruim 12 ton aan gewicht zien en bij de kassa horen we dat we voor de hoogste categorie (commercieel vrachtvervoer) moeten betalen (70 us dollar). We proberen uit te leggen dat het om een kampeerauto gaat en twee personen (we moeten nu meer betalen dan een bus met 50 passagiers) en of ze in alle redelijkheid iets aan de prijs kunnen doen. Maar nee, ook met de inmiddels opgetrommelde chef valt niet te praten. We staan al driekwartier bij de brug (aan de goede kant van de slagboom) en besluiten om gas te geven en dan maar zonder te betalen weg te rijden. Het personeel kijkt ons verbaasd na maar verder gebeurt er niets. Het is nu te laat geworden om nog naar de grensovergang te rijden dus kamperen we een nacht in een klein dorp met de mooie naam “overwinning”.

We zijn al vroeg bij de ferry over de Corantijn rivier (de grensovergang met Suriname) en melden ons aan bij de Molson Creek politiepost. Tja en wat er dan gebeurt….de dienstdoende politieman is op de hoogte gebracht over het incident bij de brug. We moeten naar het politiebureau van het dorp Springfield, 20 kilometer terug. Daar aangekomen worden we verhoord en vervolgens officieel ‘in custody’ genomen. We moeten de truck op het terrein van de politie zetten en we worden op het arrestantenbankje achter de balie gezet. Het is maar een klein bureautje en we luisteren naar de aangifte van mishandeling van één van de vrouwen uit het dorp. We mogen niet van het bankje af, na lang zeuren mag Peter onder begeleiding van een agent een flesje water uit de auto halen. Hebben we nog rechten als arrestant, vragen wij, misschien kan er iemand onze kant van het verhaal eens aanhoren?  Maar nee…wel komt de ene na de andere “supervisor” langs, ze doen erg hun best om streng over te komen en er kan geen lachje af. Maar nieuwsgierige dorpelingen worden netjes bijgepraat over ons delict. Na een paar uur komt de hoogste baas; de inspecteur (gewoon ook op teenslippers hoor). Hij belt met de directeur van de brug en geeft de telefoon aan Peter. Peter praat als Brugman maar het levert niets op. De directeur houdt vast aan de hoge prijs plus een boete van 50 us dollar voor het doorrijden zonder te betalen. Betalen we niet dan blijven we onder arrest en wordt het een rechtszaak. We besluiten om op de motor de 80 km terug naar de brug te rijden. De inspecteur vindt het goed omdat de vrachtwagen op het terrein van het bureau blijft staan. Wanneer we aankomen bij de brug melden we ons bij de bewaking aan onze kant van de brug. Twee medewerkers komen met de auto vanaf de andere kant om het bedrag van 120 us dollar te innen. Daarna rijden ze terug om een kwitantie te halen. (hebben we nodig als bewijs om te kunnen worden vrijgelaten). We staan met de kwitantie in de hand en willen wegrijden wanneer een medewerker vraagt om nog eventjes te wachten. Ze is inmiddels weer aan de telefoon met de directeur en dan….deze directeur..hij heeft er nog eens over nagedacht en vindt bij nader inzien dat we gelijk hebben. We mogen het veel lagere tarief voor een personenauto betalen en de boete vervalt. Wij vallen zowat van ons zadel van verbazing. We rijden achter de auto aan naar de andere kant van de brug en krijgen daar bijna al ons geld terug maar…. we moeten nog wel even betalen voor het ritje met de motor over de brug…afijn….het tarief voor een motor is maar 1 dollar en die betalen we graag. Wanneer we eindelijk weer terug zijn in Springfield worden we opgewacht door een aantal zichtbaar opgeluchte en allervriendelijkste agenten. Ze blijken al geïnformeerd….jullie zijn vrij, roepen ze in koor. We nemen afscheid en rijden terug naar Molson Creek. Hè, hè....we mogen het land uit.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

2 Reacties

  1. Kees:
    6 april 2012
    Dag Peter en Els,

    Achteraf was dit leuker dan op het moment zelf, natuurlijk. Wat een gedoe.

    Hartelijke groeten!
  2. Paul de Beer:
    10 april 2012
    Ola!

    Tegen de directeur van de brug "praten als Brugman" en dan nog wegkomen zonder te betalen.
    Reizen is assimileren dat blijkt maar weer.
    Goed gedaan jongens!
    Saludos
    Paul