Gastvrijheid alom

5 april 2016 - Tabriz, Iran

Wat een aso, wat een idioot, wat doet ie nu, hij rijdt als een krant….. De Nieuwjaarsvakantie (No Ruz) is in volle gang en naar het buitenland op vakantie dat mag hier niet zomaar dus gaan ze in Iran ‘en masse’ de weg op in eigen land, richting de bekende toeristische plekken en vooral op familiebezoek. Het is dus druk op de weg en Peter is niet onder de indruk van de rijvaardigheid van de Iraniërs…..aardige mensen hoor maar rijden kunnen ze echt niet …achteruit rijden op de snelweg of even keren, links of rechts inhalen, snijden en bellen, vlak voor je neus afremmen voor het maken van een foto, zes rijen dik rijden, zonder te kijken invoegen, het lijkt hier heel gewoon. In de stad Isfahan, bekend van de bruggen, moskeeën en het op één na grootste plein ter wereld is het bom- en bomvol, met auto’s en mensen. We hebben geluk en vinden nog net een parkeerplek tussen wat huizen. Buren komen langs voor het maken van foto’s en even later weer maar dan met een enorme schaal rijst met kebab, genoeg voor drie dagen. Peter helpt een man met het starten van de auto en een kwartier later is hij terug met een grote doos snoep….als dank. Het is heerlijk weer en we wandelen een paar dagen door het moderne Isfahan. We kijken naar de vrolijke picknickende families en selfies makende jongelui. De jonge meisjes en vrouwen…ze flaneren door de straten met de vaak kleurrijke hoofddoek achter op het hoofd, een dikke laag make-up en iets getailleerde jurk en het lijkt alsof ze precies weten tot hoever ze kunnen gaan. Ik moet nog steeds wennen aan de hoofddoek, het kriebelt en bij mij hangt ie eigenlijk standaard achter op het hoofd. De vrouwen zien mijn ongemak en komen met regelmaat het doekje fatsoeneren…dan zit het weer een tijdje.

Via Arak rijden we richting het noorden. Het kamperen is nergens een probleem en ook in Hamedan vinden we weer een rustig plekje naast een appartementencomplex. Een man vraagt waar we vandaan komen en na het horen van; ‘Holland’ loopt hij weg. Vijf minuten later is hij terug met twee volle tassen…...fruit, groenten, nootjes, snoep…. voor ons…….welcome in Hamedan…..huh…de man geeft zijn telefoonnummer…voor als er iets is….we mogen altijd bellen. We hebben al een hele lijst met nummers van behulpzame Iranezen. En het gaat maar door, staan we bij de bakker zegt óf de bakker dat we niet hoeven te betalen óf het is een andere klant die voor ons betaald en bij het theehuis komt er iemand een praatje maken en rekent dan direct onze thee af. We protesteren… maar het helpt niet….het hoort bij de Iranees. Het is bijna een verplichting…het goed zijn voor een vreemde, een gast in het land

De steden Hamedan en Qazvin zijn minder toeristisch en ook mooi. We zijn nu zelf de attractie, zodra we ergens gaan zitten komt de lokale jeugd op ons af….een foto maken en al giebelend paar woorden Engels oefenen. We vragen in elke stad aan de meisjes wat ze vinden van het dragen van een hoofddoek en krijgen steeds hetzelfde antwoord…..het is geen probleem…we dragen al een hoofddoek sinds we negen jaar zijn…het is traditie…onze cultuur. Op de pleinen staan camera’s, er lopen mensen van de ordehandhaving en echt lang praten gaat niet. We kijken rond in de traditionele bazaars en bezoeken het mausoleum, Peter aan de mannenkant en ik in Djihab (jurk) naar de dameskant. We staan nog in Qazvin en twijfelen hevig, gaan we nu wel of niet naar Teheran…met al dat verkeer…deze chauffeurs, bijna 15 miljoen inwoners en ernstige luchtverontreiniging. We hebben er niet erg veel zin in maar om het over te slaan?  Dan krijgen we een smsje. Het is Fariba….waar zijn jullie?….wij zijn in Gilan….jullie komen toch?  Tja….we hebben het beloofd en laten Teheran voor wat het is. We rijden naar de provincie Gilan aan de Kaspische zee. In Lahijan, het geboortedorp van Fariba staat de familie ons al op te wachten.

Het wordt een warm welkom, we worden drie dagen geknuffeld en omarmd. Peter door de mannen (ja, dat is even schrikken voor deze koele Hollander)en ik door de vrouwen. Na het bezoek aan de ouders en grootouders van Fariba rijden we naar het kleine boerendorp Faridé en achter elk huis ligt een rijstveld. We parkeren de vrachtwagen vlak bij het huis van oom Bagar. Oom kan niet begrijpen waarom we in de auto willen slapen…..het huis heeft vijf slaapkamers…. het kost aardig wat overredingskracht, hij begrijpt het niet maar laat het dan  los…..we slapen in de auto. En dan begint de ronde langs de huizen van ooms, tantes, neven en nichten. We zitten uren op de grond, drinken ontelbare kopjes thee en lunchen bij de ene en dineren bij de andere familie. Fariba en zus Sahar zijn overal bij voor de vertaling, verder is er niemand die goed Engels spreekt. De sfeer is vrolijk en ongedwongen, we oefenen Engelse woordjes, praten over het leven in Holland en iedereen wil weten hoe men in Europa over hen denkt. We gaan op bezoek bij Hakimé. Ze is begin veertig, ongetrouwd maar na een mislukte oogoperatie sinds vier jaar volledig blind. Trots doet ze voor hoe goed ze zich alleen redt in haar huis en hoe ze kookt en nog koekjes bakt. Maar er ook veel verdriet, ze kan niet meer werken en is ondanks de hulp van de familie erg eenzaam. Het is toevallig ook Moederdag en van Hakimé mag ik een nieuwe hoofddoek uit haar voorraad uitzoeken en dan gaan we langs bij een andere tante, ze is ernstig ziek en ligt op een dun matrasje in de woonkamer. Ze wordt verzorgd door twee van haar dochters.

Dan, in twee sessies, komt de hele familie (en het halve dorp) naar de auto en de foto’s van onze kinderen kijken. Het ‘zomaar’ kunnen gaan en staan waar je wilt is voor hen onvoorstelbaar en voor hen bijna onmogelijk. Oom en tante Bagar nemen ons mee naar de tuin waar ze wat rijst, groente en fruit verbouwen. Wij mogen er ieder een boompje planten….het worden de Peter en Elisabeth boompjes. En dan, na bijna drie dagen, lijkt het tijd om te gaan….tenminste dat vinden wij maar de familie vindt van niet…we kunnen toch gewoon blijven…het is echt moeilijk…het afscheid nemen…..de hele familie is verdrietig. De auto is al gestart en daar komt oom Bagar weer aan, met zes kilo rijst, een zak noten en dertig eieren….voor onderweg…... en wel terugkomen hoor! en met de kinderen!  en dan naar ons huis in Teheran!

We rijden, in de stromende regen een stukje langs de Kaspische zee maar er is niet veel aan en we kiezen al snel voor een route landinwaarts. Het gaat direct de bergen in en de regen verandert in sneeuw. We hebben al tijden geen regen/sneeuw gehad en we merken nu dat het dak van de auto behoorlijk lekt en binnen wordt het nat en koud. Het is de laatste dag van de Iraanse vakantie en er wordt weer gepicknickt maar nu met kebab van schaap of kip en ook gewoon in de kou, de regen of de sneeuw….het kleedje op de grond of gewoon achter in het bakkie van de auto. We staan nog maar net aan de kant voor een broodje of er komt iemand met een grote spies kebab…we moeten echt even mee eten. We kamperen een nacht in de straten van Khalkan, buiten is het min negen en binnen min één en voor het eerst slapen we én met de kachel én met de kleren aan én met een warme kruik. In drie dagen valt er zestig centimeter sneeuw.

Twee dagen later zijn we in Tabriz. We rijden de stad in op zoek naar een parkeerplekje. Maar dat valt niet mee; de stad is veel groter dan we dachten en de straten zijn smal en gevuld met auto’s. Pas 4 kilometer buiten het centrum vinden we een plekje bij een moskee. Meteen rent iemand z’n huis uit en heet ons welkom in Tabriz en Iran en geeft ons een bak koekjes. Hij vindt het geen probleem dat we blijven staan voor de nacht maar in de avond komt de politie langs, niet één maar drie keer. Gelukkig spreken wij geen Farsi en zij geen Engels dus het blijft bij een controle van de paspoorten. We worden wakker en staan in de sneeuw. We lopen naar het centrum en zien de enorme bazaar. Kilometers lange overdekte straatjes met honderden winkeltjes die van alles verkopen, van kruiden, groenten, vlees en kaas tot kleding en tapijten. We drinken er een glas thee en maken een praatje met een Iraniër, de man staat erop voor ons te betalen (overigens maar 15 cent per glas).

We zijn iets meer dan twee jaar geleden aan de reis door Afrika begonnen en op weg naar huis. Door al het gedoe in de wereld is de route terug naar Nederland al langer een puzzel en een zoekplaatje.  Het plan is nu om na Iran via Armenië en Georgië naar Turkije te reizen en vandaar richting Europa. We zijn nog maar tweehonderd kilometer van de grens met Armenië wanneer we plotseling een bericht zien over een (na twintig jaar wapenstilstand) opnieuw opgelaaide oorlog tussen Azerbayan en Armenië…..getver, wat nu…..We kijken op de website van ons ministerie en zien een negatief reisadvies (wat al jaren zo is voor dit deel van het land) maar verder is er weinig nieuws over waar er precies wordt gevochten. We besluiten nog even in Iran te blijven en rijden naar Urumye, een stad in de provincie west Azerbayan. De olie wordt ververst en we laten hier en daar wat laswerk doen, waarvoor we niet mogen betalen. Dan het lekkende dak nog. We wandelen in de stad vol winkels waar ze alleen rollen dakleer verkopen en dat brengt Peter op een idee. Een paar uur later is het dak voorzien van een mooie laag dakleer en is lekvrij. De dakdekker is apetrots. We mogen op het terrein achter de winkel kamperen en Nasser, een 24 jarige student en zoon van de dakdekker geeft, te voet en per taxi, een rondleiding door ‘zijn’stad. Het is een modern stadje met een mooie oude bazaar. Hij nodigt ons uit voor de lunch in een klein restaurantje en  eten de lokale specialiteit: een plat opgerold broodje aardappel  en groenten en een glas doogh (een soort zoute karnemelk). Uiteraard mogen we niks betalen. Zelfs een arme student ontkomt niet aan de Iranese gastvrijheidswetten…….

Het is een dilemma:  óf naar Turkije en de enige geopende grens met Iran over en dan door het onrustige Koerdische deel rijden óf naar Armenië waar oorlog is uitgebroken en we niet weten wat ons te wachten staat.... We moeten kiezen en rijden richting Nordüz, aan de grens met Armenië.

For the people of Iran; thanks for all the warm welcomes and your incredible hospitality

Foto’s

2 Reacties

  1. Ton Groot Koerkamp:
    11 april 2016
    Prachtige beschrijving van de gastvrije mensen in dit bijzondere land. Merci. Wens jullie goede reis in Armenië en Georgië.
  2. Mies v d werf -v d Veer .:
    13 april 2016
    bedankt voor het delen .
    wat een bijzonder land .
    daar kun je dan wel even een hoofddoekje voor dragen .
    Verder een heel goede terug reis zonder al te veel oponthoud ,
    Marga en haar gezin komen as. donderdag even weer op Hollandse bodem .
    warme groet en goede reis ,
    MIES.