bijzondere omgeving, bijzondere ontmoeting

27 augustus 2010 - Cafayate, Argentinië

We besluiten in Salta een paar dagen op de gemeentecamping te gaan staan. Het is een grote camping met een enorm  zwembad midden op het terrein. Het zwembad staat nu leeg  maar om het te vullen is er 3 miljoen! liter rivierwaternodig. Het loopt tegen het einde van de winter maar in de Noordwestlijke provincies Salta en Jujuj (spreek uit goegoei) is het nu heerlijk toeven en we willen er een paar weken blijven. Op deze manier hopen we de overgang winter/lente in de zuidelijker staten te overbruggen. Hier is het droog en zonnig  met overdag zo’n 25 graden , in de nacht koelt het af tot een graad of vijf. Heerlijk klimaat. Op de camping is niet alleen een enorm zwembad, ook zijn er wel 80 barbecues op het terrein. Het valt ons op dat er tussen de middag veel, niet kampeerders, de camping op lopen om daarvan gebruik te maken. We denken hier veilig te staan en laten voor het eerst de tafel en stoelen ‘s nachts buiten . Salta is gezellig heeft een prachtig historisch centrum, we nemen de tijd om eens lekker rond te kijken. We bezoeken het archeologisch Inca museum. Het Incarijk liep van Chili/Argentinie tot aan Ecuador en bestreek  zo’n 25.000km.Het museum laat het verhaal zien van een expeditie in 1999 naar de piek van een 6900meter hoge vulkaan in de provincie Salta.Daar vinden zij drie door de natuur (extreem lage temperatuur) gemummificeerde kinderen. De kinderen zijn 500 jaar geleden volgens Incagebruik levend geofferd (aan de berg gegeven) voor een goede oogst en in zittende houding en vrijwel intact met huid en haar aangetroffen. We kijken naar een van deze kinderen, 500 jaar geleden! Indrukwekkend. Op de derde ochtend  van ons verblijf lopen we met de koffie in onze handen richting de stoelen buiten,  maar...... niets te zien. Tafel en stoelen zijn verdwenen. Dan sta je wel even raar te kijken. De beheerder van de camping kan er niets aan doen en biedt ons gratis overnachtingen aan. Dat is mooi maar we hebben liever onze spullen terug. Gelukkig hebben we nog twee reservestoelen. We voelen ons niet prettig op deze camping , pakken in en rijden naar het Noorden richting Jujuj  en vinden aan een stuwmeer een prachtig plekje voor de nacht. Wakker worden met opkomende zon over het meer en het gefluit van vogels .... wild kamperen is toch meer ons ding. Toch heeft ons verblijf in Salta wel wat opgeleverd. Peter heeft er spatborden kunnen vinden, ik een kapper en de auto heeft een proffesionele wasbeurt gekregen. De spatborden zitten op de juiste plek, er zijn rubber matten op het dak gelijmd zodat we naar de sterren kunnen kijken (of op het dak kunnen slapen) en het kachelpijpje heeft een mooi afdekplaatje gekregen van een oude kentekenplaat. We kijken een dagje rond in Jujuy, de hoofdstad van de provincie JuJu, leuke stad. We zien er onze eerste lama. Het arme beest is voor toeristen uitgedost met hoedje en kleedjes. Onderweg maken we een praatje met een boer die zijn varkens uitlaat. Ze blijken geen truffels te zoeken maar gewoon van de ene naar de andere plek gebracht te worden. De stokken aan hun nek zijn er om te voorkomen dat ze tussen hekken kunnen kruipen en weglopen. We rijden door de kloof van Humahuaca. De omgeving is prachtig met hier en daar een klein dorpje en een berglandschap met prachtig kleurenpalet. De mensen zien er anders uit, al een beetje zoals in Bolivia. Indiaanse trekken, getinte huid,kleurrijke kleding en kauwend op cocabladeren. In Tilcara overnachten we aan de rand van het dorp en kijken naar de grappige optocht ter ere van de onafhankelijkheid, de val van de Spanjaarden. Tijdens een wandeling in het dorp Pumamarca komen we Celine en Catien tegen. Twee jonge Belgen die vijf maanden door Boliva en Argentinie fietsen. We nodigen hen uit voor een kopje thee  en praatje in de vrachtwagen. Wij vinden het superstoer dat fietsen en hopen dat we hen verderop nog eens tegenkomen om te zienen te horen hoe het ze ver gaat. Verder rijden we richting Salinas Grandes , een groot zoutmeer. We kruipen met gemiddeld 28 km per uur omhoog tot een hoogte van 4200 meter. Nooit eerder hebben we op deze hoogte gereden of gelopen. We hebben fantastisch uitzicht en zien de eerste kudde Apaca’s (een kleinere variant van de lama) en stoppen voor een toeriste uit Uruquay die last heeft van hoogteziekte. We kunnen weinig voor haar doen en adviseren terug te rijden naar de lager gelegen kloof. Voor de nacht parkeren we aan de rand van het zoutmeer en ook wij hebben last van de hoogte, kortademig tijdens een wandeling en wat hoofdpijn door zuurstof gebrek. De temperatuur daalt naar rond het vriespunt , we maken een kampvuur met lamapoep. De dag erop rijden we over 90km onverharde weg naar San Antonio de los Cobres, een voormalig  mijndorp. We zien van klei opgetrokken huisjes in kleine dorpjes. Kinderen hangen er wat rond en we proberen ons een voorstelling te maken van het leven in dit niemandsland. Nog steeds op 4200meter, het is droog stoffig en heet..We stoppen voor een grote kudde lama’s met een heleboel rode lintjes in hun vacht. Peter wil graag naar het viaduct rijden van de Tren de las Nubes, de goederentrein van Salta naar Chili. Het viaduct ligt in een kloof, 11 kilometer voorbij S.A de los Cobres. We rijden de 11kilometer lange smalle onverharde weg  regelmatig door de rivierbedding en parkeren de auto vlakbij het viaduct. Er komt een vrouw aangelopen met een lama en een kind. Ze zien er traditioneel gekleed uit en stoppen voor een praatje. De vrouw  vertelt dat het meisje negen jaar is en de dochter is van haar zus. Het meisje mag binnenkort voor het eerst naar naar school. Ze hebben vier uurg gelopen om boodschappen te doen en naar het schooltje te kijken en zijn nu op de terugweg. Zelf heeft ze vijf kinderen en is boerin. Ze heeft vijftig lama’s en leeft van de opbrengst van de wol en het vlees. De lama die ze bij zich heeft is pas vier maanden oud, de moeder is doodgegaan. De plaats van de rode lintjes in de vacht laat zien wie de eigenaar van de lama is. We delen onze lunch met de vrouw en het meisje en proberen de lama onze melk te laten drinken. Maar nee, halfvolle melk dat lust ie niet. Na een klein uurtje nemen ze afscheid,ze zijn nog twee uur lopen van huis.....

Foto’s