Een apart landje dat Gabon

29 juli 2014 - Brazzaville, Congo-Brazzaville

Grensovergangen blijven ons verbazen en verrassen, zo ook weer de grensovergang van Kameroen naar Gabon. Bij binnenkomst in Gabon kan alleen het carnet de passage worden getekend, voor het stempelen van de paspoorten moeten we naar het dorp Bitam, dertig kilometer landinwaarts. Het immigratiekantoor is snel gevonden en voor de verandering worden we naar een winkeltje aan de overkant van de straat gestuurd voor een aantal ‘noodzakelijke’ kopieën. We maken een praatje met de chef, hij zit buiten op straat in de luie stoel met de voeten bloot, de ‘pedicure’ is net bezig het eelt van zijn voeten te schrapen. We vragen waarom de paspoorten niet gewoon aan de grens worden gestempeld. De man laat weten dat ze niet “al hun apparatuur” (die wij niet zien) aan de grens durven te plaatsen. Hij bedoelt vast de pedicure en andere faciliteiten….

Gabon is ongeveer vier keer zo groot als Nederland en er wonen maar anderhalf miljoen mensen. Driekwart woont en werkt in de twee grootste steden; Libreville en Lambarené. Het is een rijk land (onder andere olie) maar het grootse deel van het land is onontgonnen;  een enorm oerwoud met links een rechts een asfaltweg. We rijden richting het zuiden en kijken naar de dorpen; houten huizen en dichte deuren, mensen zien we sporadisch. In het dorp Oyem mogen we overnachten op het parkeerterrein van het politiebureau. We vragen er eens naar de staat van de weg richting Franceville…..heel erg veel is er al geasfalteerd...zo horen we….behalve de vierhonderd kilometer die jullie moeten rijden..oh ok….En inderdaad bij het dorpje Lalémbe gaat de mooie asfaltweg over in een zanderige piste.

De omgeving is prachtig; heuvelachtig, savanne, regenwoud en brede rivieren. Dorpjes met houten huizen bedekt onder een dikke laag rode stof en hier en daar wat mensen. Het ziet er armoedig uit en de sfeer lijkt gelaten. We rijden zeventig kilometer dwars door het nationale park Lopé en maken een tussenstop bij het enige hotel. We rusten uit bij de rivier en liggen een paar uur aan het zwembad. We spreken er een Francaise die voor een aantal maanden in Libreville werkt. Ze vertelt over de enorme rijkdom in het land. Over de president en de familie waarbinnen veel ruzie wordt gemaakt over wie er een villa, landhuis of kasteel in Frankrijk mag kopen. Alles maar dan ook alles wordt geïmporteerd uit Frankrijk en een beetje groente en fruit uit Kameroen. Alles is er duur en werknemers zijn niet te vinden. Veel mensen willen niet werken omdat ze via de familie aan  net voldoende geld kunnen komen met niks doen. In sommige dorpen zien we jongelui rond hangen in dure kleren en sportschoenen zonder iets te doen. De Chinezen doen hier het werk. In andere landen  zagen we de chinezen alleen het leidinggevende werk doen. In Gabon zitten ze op de walsen en achter het stuur van de vrachtwagens.

In een kleine week doorkruisen we het sfeerloze land op weg naar Congo. Controles zijn er wel maar het blijken correcte en vriendelijke militairen/politieagenten….maar dan…..nog dertig kilometer te gaan tot de grensovergang……een slagboom en dus controle…..de politieman laat weten dat we ‘een vergunning’ moeten kopen. Deze ‘vergunning’ kost dertig euro per persoon. We willen graag weten waarvoor we een vergunning nodig hebben….nou….voor een vrije doorgang….huh….een vrije doorgang….dertig kilometer voor de grens? Vaak is het met een praatje en een grapje snel goed maar deze mannen blijven volhouden en we worden behoorlijk pissig. We laten duidelijk weten dat we niet van plan zijn te betalen en lopen weg. Er zit een dikke militair in een hokje bij de slagboom….wanneer jullie niet betalen snij ik je keel door…zozo!  Die hadden we nog niet eerder gehoord. We vragen hoe het met zijn familie gaat. Hij draait om als een blad aan de boom, begint een verhaal over zijn tien kinderen en wankelt met een glas palmwijn in de hand naar de slagboom…we mogen verder. Tot aan de grens worden we nog vier keer gecontroleerd…..nog vier keer alle gegevens in een schriftje geschreven….naam van je vader, naam van je moeder, namen van de kinderen…enzovoort en graag een passend cadeau….pfff…..wanneer houdt het op?

De grensovergang Gabon/Congo is een fluitje van een cent en eenmaal op de mooie asfaltweg worden we totaal verrast door wat we te zien krijgen…..moderne gebouwen, grote hotels, prachtige overheidsgebouwen. Vriendelijke en behulpzame mensen, er wordt weer op het land gewerkt en we zien weer de vertrouwde altijd parate Afrikaanse brede lach op de gezichten verschijnen als we aan komen rijden. We zien in verschillende dorpen hoe de waterputten zijn vervangen door enorme watertanks in de kleuren van de Congolese vlag. Aan het begin van de avond rijden we een kleine zandweg in en vinden een mooie vrije kampeerplek in het grasland. Een aantal vrouwen en kinderen komen net terug van het werk op het land. Ze schrikken enorm wanneer ze ons zien en rennen met een grote boog om de vrachtwagen. Een kwartier later komt een man op de brommer poolshoogte nemen en lacht wanneer hij hoort dat we toeristen zijn. Waarom zijn de vrouwen zo bang voor ons…..de man vertelt dat ze in het verleden zoveel hebben meegemaakt in Congo….de vrouwen denken dat jullie huurlingen zijn….maar nu hij ons gezien en gesproken heeft is alles goed.

We staan een paar dagen in Brazzaville, de hoofdstad, op de parkeerplaats van hotel ´Hippocamp.´ In voorgaande jaren  dé ontmoetingsplek voor overlanders, nu komen er nauwelijks toeristen meer. Niet omdat deze plek ‘uit’ is of zo maar omdat er bijna niemand meer door West- en Centraal Afrika wil reizen. We vinden het wel lekker om even een paar dagen te mailen, skypen, schrijven, foto’s sorteren en andere kleine klussen te doen. We willen vanuit hier naar Congo DRC. We kunnen de hoofdstad Kinshasa zien aan de overkant van de rivier de Congo, maar om daar te komen is nog niet zo eenvoudig. Er is wel een veerboot maar daar kunnen voertuigen alleen met een kraan op- en afgeladen worden en bovendien zijn er allerlei vage extra kosten voor douane en haven etc. De overtocht kan dan zomaar op een paar duizend (!) euro uitkomen. Dat gaan we niet doen. We besluiten een paar honderd kilometer om te rijden naar het kleine dorp Luozi en daar een gewone pont te nemen voor een normale prijs. De weg naar en van dit pontje is wel slecht maar het is droge tijd dus dat zal wel lukken…….

 

 

 

 

 

Foto’s

2 Reacties

  1. Anja Keesmaat:
    29 juli 2014
    Helden! Ik geloof niet dat Afrika iets is voor ons.
  2. Henk en marianne:
    31 juli 2014
    Geweldig om jullie zo op de voet te volgen. Volgens ons voelen jullie je daar wel op je gemak. Gelukkig zijn jullie de malaria weer te boven. Interessant om de sfeer in de verschillende landen te proeven. Wij hebben zojuist Labrador en de black flies achter ons gelaten. Daar krijg dan wel geen malaria van maar wel hele dikke bulten. Nu heerlijke franse cuisine in Quebec. Over twee weken vliegen we naar huis. Tot in het najaar?